Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen (feit 1);
- opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod (feit 3);
veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 200 dagen, waarvan 43 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest. Daarbij heeft de rechtbank als bijzondere voorwaarden een meldplicht, meewerken aan begeleiding door [begeleiding] en meewerken aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding, met reclasseringstoezicht opgelegd. De rechtbank heeft bevolen dat deze voorwaarden en dit toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Aanvullende bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Oplegging van straf en/of maatregel
BESLISSING
200 (tweehonderd) dagen.
43 (drieënveertig) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich binnen zeven dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- blijft meewerken aan de begeleiding door [begeleiding] , zolang de reclassering dat nodig vindt;
- meewerkt aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk of scholing.