ECLI:NL:GHARL:2022:11146

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
P22/304
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na hoger beroep

In deze zaak heeft de officier van justitie hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met één jaar had verlengd. De rechtbank baseerde haar beslissing op adviezen van de kliniek en externe deskundigen, die aangaven dat de terbeschikkinggestelde nog niet voldeed aan de voorwaarden voor verdere resocialisatie. Het hof heeft de zaak op 15 december 2022 behandeld en geconcludeerd dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar noodzakelijk is. Het hof oordeelde dat de terbeschikkingstelling niet na één jaar voorwaardelijk kon worden beëindigd, gezien de recente ontwikkelingen en de gewijzigde prognose van de kliniek. De terbeschikkinggestelde had niet voldaan aan de voorwaarden voor resocialisatie en er was geen realistische verwachting dat hij binnen een jaar zou kunnen worden overgeplaatst naar een transmurale voorziening. Het hof vernietigde de beslissing van de rechtbank en verlengde de terbeschikkingstelling met twee jaar, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als belangrijke overwegingen werden genoemd. De kliniek had eerder geadviseerd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, maar het hof volgde dit advies niet, gezien de ernst van de situatie en het recidiverisico.

Uitspraak

TBS P22/304
Beslissing d.d. 15 december 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
verblijvende in [verblijfplaats 1] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 5 juli 2022. Deze beslissing houdt in verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • Het arrest van het gerechtshof Leeuwarden van 22 september 2011, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • het verlengingsadvies van de [kliniek] van 15 maart 2022;
  • de vordering van de officier van justitie van 21 maart 2022;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg op 10 mei 2022;
  • de pro justitiarapportage van psychiater [psychiater] van 26 mei 2022;
  • de pro justitiarapportage van psycholoog [psycholoog] van 4 juni 2022;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg op 21 juni 2022;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de officier van justitie van 15 juli 2022;
  • de appelschriftuur van de officier van justitie van 15 juli 2022;
  • de aanvullende informatie van [kliniek] van 24 november 2022, met als bijlage de wettelijke aantekeningen vanaf 31 maart 2022 tot en met 11 oktober 2022.
Het hof heeft ter zitting van 1 december 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.S. Wachters, advocaat te Arnhem, en de advocaat-generaal mr. D.J. de Jong.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Het gaat in deze zaak niet om een beëindiging van de terbeschikkingstelling maar om een verlenging van deze maatregel met een termijn van één of twee jaar. Het openbaar ministerie maakt een principieel punt van de verlengingsduur. De officier van justitie verwijst in de appelschriftuur naar het uitgangspunt dat een verlenging met een termijn van twee jaar nodig is, als verwacht wordt dat het traject meer dan een jaar in beslag zal nemen. In dit geval is de rechtbank terecht van dit uitgangspunt afgeweken. Het is logisch dat de rechtbank zich heeft aangesloten bij de verlengingsadviezen van de kliniek en beide deskundigen die allemaal adviseren om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Psycholoog [psycholoog] heeft aangegeven dat er kans bestaat dat er na één jaar een voorwaardelijke beëindiging aan de orde kan zijn als de terbeschikkinggestelde zich houdt aan de regels en hij in de samenwerking is. Verdere klinische behandeling van hem heeft weinig meerwaarde. Er is dus wel degelijk een kans op een voorwaardelijke beëindiging. De kliniek acht een verlenging met één jaar ook aangewezen omdat dit motiverend zal werken. Mevrouw [naam] van de kliniek heeft in een telefoongesprek met de raadsvrouw gezegd dat een verlenging met één jaar nog steeds een goed idee is, ook omdat de terbeschikkinggestelde zich nu goed inzet. Na het kwijtraken van zijn baan is hij gelijk ander werk gaan zoeken. Hij heeft altijd werk of een goede vrijetijdsbesteding gehad. Er zijn ook veel andere positieve punten. Hij valt alleen af en toe terug in middelengebruik. Een verlenging met twee jaar kan ertoe leiden dat hij zijn motivatie verliest en geen perspectief meer ziet, wat frustraties bij hem oplevert. Dit vergroot de kans op incidenten en het ontstaan van een neerwaartse spiraal. Juist door een verlenging met één jaar gaat hij harder aan de slag omdat hij dan kans maakt op een voorwaardelijke beëindiging, wat hij het liefst en zo snel mogelijk wil. Binnen de muren van de kliniek valt er niet veel meer voor hem te bereiken. Ook daarom is een voortvarend resocialisatietraject gewenst. Een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar wekt geen valse verwachtingen. Namens de terbeschikkinggestelde is bepleit de verlengingsbeslissing van de rechtbank te bevestigen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie heeft appel ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen gelet op de jurisprudentie van het hof. Als de resocialisatie naar verwachting langer dan een jaar zal duren, dan dient de terbeschikkingstelling, behoudens uitzonderingen, te worden verlengd met twee jaar. De uitzonderingen op dit uitgangspunt zijn niet aan de orde in deze zaak. De rechtbank heeft de maatregel verlengd met één jaar met als argument dat dit de terbeschikkinggestelde zou kunnen motiveren. De rechtbank heeft ten tijde van haar beslissing ook al kunnen zien dat er binnen een jaar geen sprake zou kunnen zijn van een voorwaardelijke beëindiging. Gezien de aanvullende informatie van de kliniek kan worden geconstateerd dat in de afgelopen periode niet alles goed is gegaan. De kliniek heeft de prognose recent gewijzigd. Er wordt nog wel gekoerst op overplaatsing van de terbeschikkinggestelde naar een transmurale voorziening, maar het uitstroomtraject wordt meer geleidelijk en gecontroleerd vormgegeven. Dit traject zal toch wat langer gaan duren dan bekend was toen de rechtbank haar beslissing nam. De kliniek handhaaft haar verlengingsadvies met als argument dat een verlenging met één jaar motiverend kan werken. Een eerdere verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar heeft echter niet het gewenste resultaat gehad en ook niet zichtbaar motiverend gewerkt. Een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar kan valse verwachtingen wekken. De terbeschikkinggestelde moet de motivatie om de nodige stappen te zetten uit zichzelf halen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de verlengingsbeslissing van de rechtbank en tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof komt tot een andere verlengingsbeslissing dan de rechtbank. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Indexdelict
Het gerechtshof Leeuwarden heeft de terbeschikkinggestelde bij arrest van 22 september 2011 veroordeeld voor – onder meer – doodslag. Dit misdrijf is gericht tegen of veroorzaakt gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Stoornissen en recidivegevaar
Het verlengingsadvies van [kliniek] houdt in dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis. Deze stoornissen zijn ook bij hem vastgesteld door psychiater [psychiater] en psycholoog [psycholoog] .
De kliniek schat het recidiverisico als hoog in bij beëindiging van de terbeschikkingstelling en als matig-hoog bij voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het risico op gewelddadig gedrag wordt als laag ingeschat, uitlopend tot laag/matig, door [psychiater] . Volgens hem zou het risico op gewelddadig gedrag kunnen oplopen tot hoog bij een abrupt einde van de terbeschikkingstelling, zonder behandeling en zonder inbedding in de maatschappij. Psycholoog [psycholoog] schat het recidiverisico binnen het huidige kader op de korte termijn als laag in, onder de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde abstinent van middelen is en dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van zijn begeleiders en behandelaren. Naar verwachting loopt dit risico op naar matig, zodra de externe structuur vermindert – zoals in geval van transmuraal verlof – én hij terugvalt in middelengebruik en uit de samenwerking treedt. Bij het abrupt wegvallen van het kader van de terbeschikkingstelling of in een situatie van ontoereikende zorg en begeleiding (bij terugval in middelengebruik en verder afglijden) is de inschatting van [psycholoog] dat het risico op een geweldsrecidive niet acuut is, maar pas op lange termijn oploopt naar hoog. Het hof constateert dat externe deskundigen het recidiveriscio met name op de korte termijn wat lager inschatten dan de kliniek, maar dat het recidiveriscio volgens hen op de lange termijn ook kan oplopen tot hoog na beëindiging van de terbeschikkingstelling.
Verlenging
Gelet op de advisering en op hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De kliniek schrijft in haar verlengingsadvies dat de machtiging voor transmuraal verlof is toegekend op 17 februari 2022. Daarbij wordt opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde eerst vanuit de huidige afdeling een periode onbegeleid verlof zal praktiseren, waarmee hem de kans wordt gegeven om aan een aantal voorwaarden te voldoen. De overgang van de terbeschikkinggestelde naar de transmurale voorziening zal pas in gang worden gezet wanneer hij aan de voorwaarden heeft voldaan en het onbegeleid verlof positief wordt geëvalueerd. Uit de aanvullende informatie van de kliniek volgt echter dat het hem op meerdere fronten niet is gelukt zich aan de voorwaarden te houden. Hij is meerdere keren teruggevallen in middelengebruik. Dit heeft hij niet of in ieder geval in onvoldoende mate bespreekbaar gemaakt met het behandelteam. Na de intake bij Ambulante Forensische Psychiatrie Noord (AFPN) is besloten het traject aldaar niet voort te zetten omdat er geen motivatie was voor de (systeem)therapie van de terbeschikkinggestelde en zijn vrouw. Na een positieve score op een blaastest op 21 september 2022 ontkende de terbeschikkinggestelde eerst alcoholische drank te hebben gedronken en gaf hij dit later pas toe. Zijn verlof werd stopgezet. Op 29 september 2022 heeft een interne zorgconferentie plaatsgevonden vanwege de terugkerende problemen en het niet kunnen uitplaatsen van de terbeschikkinggestelde. Daarbij is besloten dat hij geen gebruik meer mag maken van zijn auto, omdat hij onvoldoende open is geweest over zijn terugval in gebruik. Hij heeft zijn baan moeten opzeggen, omdat het reizen met openbaar vervoer te intensief wordt bevonden. Hij is nu op zoek naar werk in de omgeving van de kliniek en zal minder uren kunnen gaan werken, zodat hij beter in staat is regelmatig contact te hebben met het behandelteam. Indien de terbeschikkinggestelde werk heeft gevonden en hij zich aan de verlofvoorwaarden heeft gehouden, kan hij naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 worden overgeplaatst naar een transmurale voorziening. Het forensisch psychiatrisch toezicht vanuit de reclassering is formeel stopgezet per 19 oktober 2022 wegens de recente wijziging van de koers en prognose. De kliniek acht een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege niet passend bij het traject dat nu meer geleidelijk en gecontroleerd wordt vormgegeven. De kliniek verwacht ook niet dat er over een jaar gesproken kan worden over een voorwaardelijke beëindiging. Het traject zal meer tijd in beslag nemen gezien de ontwikkelingen en de nog te nemen stappen in de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. Echter, voor hem zal een verlenging met een jaar motiverend kunnen werken. De kliniek handhaaft haar advies om de huidige maatregel met een termijn van één jaar te verlengen.
De externe deskundigen hebben eerder ook geadviseerd om de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met een termijn van één jaar te verlengen. Psychiater [psychiater] acht het van belang dat de terbeschikkinggestelde goed in de samenwerking blijft met het behandelteam van het FPC, abstinent blijft van middelen, passende dagbesteding opbouwt, rust binnen het netwerk opbouwt en dat sprake is van een goede samenwerking met ambulante hulpverlening van AFPN en de reclassering. Bij het uitbrengen van haar verlengingsadvies is psycholoog [psycholoog] ervan uit gegaan dat er een reële kans bestaat dat er over een jaar goede gronden zijn om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, mits de terbeschikkinggestelde zich aan de regels houdt en hij goed in de samenwerking is. Volgens [psycholoog] kan bij positief verloop worden besloten tot zijn plaatsing op de transmurale voorzienig van de kliniek met uitstroom naar een begeleide of beschermde woonvorm en kan de reclassering in de loop van dit jaar een maatregelrapport opstellen.
Het hof stel vast dat de terbeschikkinggestelde nog niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor verdere resocialisatie die door de kliniek en de externe deskundigen zijn vermeld in hun verlengingsadviezen. Mede gelet op de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan sinds de uitspraak van de verlengingsbeslissing door de rechtbank en de recente wijziging van de koers en de prognose door de kliniek, valt niet te verwachten dat de verpleging van overheidswege al na een jaar verlenging, dus in mei 2023, voorwaardelijk kan worden beëindigd. Naar het oordeel van het hof is een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar ook niet nodig om de terbeschikkinggestelde gemotiveerd te houden. De motivatie van de terbeschikkinggestelde om aan zijn behandeling mee te (blijven) werken moet hij in beginsel primair ontlenen aan de behandeling en de daarin door hem te bereiken resultaten op grond waarvan verdere verantwoorde stappen gemaakt kunnen worden in zijn behandel- en resocialisatietraject. De kliniek heeft niet nader onderbouwd waarom dat in dit geval anders zou moeten zijn. Het hof is van oordeel dat de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar moet worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 5 juli 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde] .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland als voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M.E. van Wees als raadsheren,
en dr. P.K.J. Ronhaar en dr. K. de Wijs-Heijlaerts als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 15 december 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.