Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Enorgha B.V. (in liquidatie),
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
3.De slotsom
€ 20.317,11 (inclusief omzetbelasting)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om de aansprakelijkheid van Enorgha B.V. voor schade die is ontstaan door verontreinigd plantenvet dat aan Wenning Biogas GmbH & CO. KG is geleverd. Wenning gebruikte dit plantenvet voor de productie van biogas, dat vervolgens werd geleverd aan Stadtwerke Rhede voor huishoudens. Op 11 november 2012 ontstond er schade aan ongeveer 50 verwarmingsinstallaties door roetvorming, wat leidde tot de vraag of Enorgha aansprakelijk was voor deze schade. Wenning stelde dat het plantenvet verontreinigd was met te veel siliciumhoudende stoffen, wat de schade aan de verwarmingsinstallaties veroorzaakte.
Het hof nam het deskundigenrapport van 10 juni 2021 in overweging, waarin werd vastgesteld dat het vetmonster verontreinigingen bevatte, maar dat het niet mogelijk was om de concentratie van deze stoffen exact vast te stellen. De deskundige concludeerde dat het vetmonster niet geschikt was voor de productie van groen gas, en dat de aanwezigheid van kunstmatige stoffen in het plantenvet niet verwacht mocht worden. Het hof oordeelde dat Enorgha tekort was geschoten in haar verplichtingen en aansprakelijk was voor de schade die Wenning had geleden.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank Gelderland en wees de vorderingen van Wenning in reconventie toe, terwijl de vorderingen van Enorgha werden afgewezen. Enorgha werd veroordeeld tot het vergoeden van de schade en de proceskosten, inclusief wettelijke rente. Dit arrest is gewezen op 22 februari 2022.