Uitspraak
1.[appellante1] ,
3. [appellant3] ,
4. [appellante4] ,wonende te [woonplaats4] ,
5. [appellant5] ,
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde] ,
1.De zaak in het kort
2.Het procesverloop in hoger beroep
3.3. De relevante feiten
4.4. De procedure bij de rechtbank
5.Het geschil in hoger beroep
- het niet tijdig melden van de negatieve nalatenschap bij de kantonrechter;
- het te laat opstellen en indienen van een boedelbeschrijving;
- het zich niet in verbinding stellen met de schuldeisers;
De beneficiaire aanvaarding is in dit geval noodzakelijk omdat er nog vorderingen (nog niet uitgekeerde erfdelen die nu wel opeisbaar zijn geworden) zijn van kinderen van een overleden echtgenoot die verhaalbaar zijn op de nalatenschap!!”maar [geïntimeerde] heeft zich toen niet gerealiseerd wat dit inhield en is daarover ook niet concreet geïnformeerd door de notaris. Op 19 maart 2013 heeft de notaris een informatieve brief gestuurd aan [appellanten] c.s., maar daarna is er door hen geen nadere melding aan haar gedaan over (de hoogte van) hun vorderingen. Bij het afgeven van spullen uit de nalatenschap op 12 april 2013 is door [appellanten] c.s. ook niet over hun vorderingen gesproken. Pas bij brief van 10 januari 2014 hebben [appellanten] c.s. zich bij [geïntimeerde] gemeld met de mededeling dat er een vordering was. [geïntimeerde] heeft toen meteen bij mail van 16 januari 2014 gevraagd naar de hoogte van de vorderingen en de bankgegevens van [appellanten] c.s. Pas bij brief van de vervolgens door [appellanten] c.s. ingeschakelde notaris van 14 februari 2014 is de hoogte van deze vorderingen genoemd. Daarna is door [geïntimeerde] meteen de boedelbeschrijving opgesteld - inclusief de melding van de negatieve nalatenschap - en op 18 februari 2014 ingediend bij de kantonrechter.
Hoewel zij door de notaris al in maart 2013 zijn geïnformeerd over het overlijden van mevrouw [de stiefmoeder] en de beneficiaire aanvaarding van haar nalatenshap, hebben zij evenmin aanleiding gezien om [geïntimeerde] eerder hierover te benaderen en/of op de voet van art. 4:203 BW aan de rechtbank om benoeming van een professioneel vereffenaar te vragen, die in de plaats zou kunnen treden van [geïntimeerde] en haar zus.
Het zich niet in verbinding stellen met de schuldeisers
januari 2012 een bedrag van € 2.012,- - wegens het paulianeuse karakter daarvan de buitengerechtelijke vernietiging ingeroepen. Zij stellen dat [geïntimeerde] daarom als vereffenaar ervoor had moeten zorgdragen dat de betreffende bedragen werden teruggestort in de nalatenschap. Omdat zij dat heeft nagelaten, zou ook dat een verwijtbaar handelen opleveren.
heeft echter niet in de vernietiging berust. Dit betekent dat de schenkingen nog steeds geldig hebben plaatsgevonden, en wel zolang de rechtsgeldigheid van de buitengerechtelijke vernietiging niet door een rechter is vastgesteld. Er rustte op [geïntimeerde] als vereffenaar dan ook geen verplichting om ervoor zorg te dragen dat deze gelden werden teruggestort, zodat niet kan worden gesproken van een tekortschieten in de vervulling van haar taken. Om die reden kan evenmin worden gesproken van het verhinderen van voldoening van een schuld of van het onttrekken van goederen van de nalatenschap aan het verhaal van schuldeisers.
6.6. De slotsom
7.De beslissing
11 januari 2022.