Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over verzoeken van [verzoeker] met betrekking tot de omgangsregeling en de erkenning van [de minderjarige]. De zaak betreft een complexe gezinsstructuur waarin [verzoeker], de biologische vader van [de minderjarige], en de moeder, die in een geregistreerd partnerschap is met [de partner], betrokken zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeken van [verzoeker] tot vernietiging van de erkenning door [de partner] en tot vervangende toestemming voor erkenning niet mogelijk zijn, omdat [de partner] door het geregistreerd partnerschap de juridische vader is geworden. Het hof heeft de verzoeken tot raadsonderzoek en nader onderzoek door de bijzondere curator afgewezen, omdat deze verzoeken niet zijn gekoppeld aan een wettelijke grondslag.
De omgangsregeling tussen [verzoeker] en [de minderjarige] is gewijzigd. Het hof heeft bepaald dat [de minderjarige] wekelijks op zondag van 10.00 uur tot 18.30 uur bij [verzoeker] verblijft, en één keer per maand van zaterdag tot zondag met overnachting. De moeder heeft ingestemd met de uitbreiding van de omgangsregeling. Het hof heeft benadrukt dat het van belang is dat de drie belangrijke volwassenen in het leven van [de minderjarige] goed met elkaar omgaan en dat zij gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor zijn emotioneel welzijn. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.