Uitspraak
Verkort arrest van de economische kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden,
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Vrijspraak van het primair tenlastegelegde
primairtenlastegelegde vast dat het, blijkens de
opzettelijkvan nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn te doden of te vangen”.
letterlijkovergenomen uit de Vogelrichtlijn (artikel 5) en de … (artikelen … en …)”.
opzettelijkde bedoelde vogels te doden of te vangen;
kan niet worden volstaan met het stelsel van de Wet op de economische delicten, welke wet onderscheid maakt tussen opzettelijke en
Dat is niet in lijn met het uitgangspunt bij dit wetsvoorstel om nauw aan te sluiten bij de bepalingen van de
opzettelijkheeft gedood. Dit brengt, gelet op de hiervoor vermelde wettekst en -geschiedenis van artikel 3.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, mee, dat verdachte van het
primairtenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
subsidiairtenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande:
Strafbaarheid van het subsidiair bewezenverklaarde
subsidiairtenlastegelegde vast dat het, blijkens de
zesde lid van genoemd artikel 3.24een uitzondering gemaakt, dat luidt:
BESLISSING
primairtenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
subsidiairtenlastegelegde heeft begaan.
subsidiairbewezenverklaarde
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.