Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 13 oktober 2021;
- het verweerschrift van de GI met producties;
- een brief van mr. Liefting van 29 oktober 2021 met een productie;
- een brief van mr. Liefting van 17 november 2021 met een productie;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 21 november 2021 met een brief van 18 november 2021 en een productie;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 21 november 2021 met een brief van 18 november 2021 en een productie;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 21 november 2021 met een brief van 18 november 2021 en producties;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 3 december 2021 met een brief van 3 december 2021 en producties;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 3 december 2021 met een brief van 3 december 2021 en producties;
- twee journaalberichten van mr. Liefting van 8 december 2021 met daarbij telkens een brief van 8 december 2021 en producties;
- een e-mailbericht van de GI van 13 december 2021 met producties;
- een journaalbericht van 14 december 2021 van mr. Liefting met een brief van 14 december 2021 en producties;
- een brief van 16 december 2021 van mr. Liefting op verzoek van het hof alsnog overgelegd, met als productie een brief van de Rading van 20 juli 2021.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Bij de gemeente (via de jeugdconsulent) is financiering toegezegd voor de hulp die nodig is voor [de minderjarige2] en het gezin wanneer [de minderjarige2] wordt thuisgeplaatst. De vader heeft zelf die hulp en ondersteuning gezocht en met behulp van zijn advocaat georganiseerd.
[de minderjarige1] woont door omstandigheden al sinds augustus 2021 weer bij de vader. Dat gaat heel goed ook al was het eerder de bedoeling dat zijn uithuisplaatsing, in verband met zijn problematiek, nog langer zou duren. De verslagen van het Leger des Heils en ook de GI bevestigen dat het goed gaat met [de minderjarige1] bij de vader thuis. Er is sprake van een liefdevolle band tussen de kinderen onderling en tussen de kinderen en de vader en de moeder. De vader heeft zelf contact met de leerplichtambtenaar gezocht om ervoor te zorgen dat [de minderjarige1] naar school kon gaan.
Van de vader wordt verwacht dat hij alle hulpverlening aanvaardt en goed blijft samenwerken met de GI. Ook is het belangrijk dat de vader samen met de moeder (en in overleg met de GI) afspraken maakt over de omgang tussen [de minderjarige2] en de moeder die in het belang van [de minderjarige2] is.
Alle betrokkenen dienen alert te zijn op signalen van eventueel opspelend trauma bij [de minderjarige2] bij (zicht op) thuisplaatsing bij de vader zodat daarop adequate hulpverlening kan worden ingezet.