Uitspraak
[appellant],
de curator,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 19 juli 2021,
- het herstelexploot van 1 november 2021 en
- de memorie van grieven van 1 februari 2022. Tegen de curator is verstek verleend.
2.De kern van de zaak
'maar steeds werd mij verzekerd dat ik mijn geld zou krijgen. Met de winter op komst heeft de heer Wijma [directeur van Amber] mij toen het aanbod gedaan om de Audi van Amber te huren, ook als zekerstelling voor de nog niet betaalde facturen. Toen betaling in Januari nog steeds uitbleef en het naar uit ging zien dat ik voor mijn nieuwe baan in Duitsland veel zou moeten rijden heb ik Amber het voorstel gedaan om de Audi over te nemen en deze deels te verrekenen met nog openstaande facturen. U insinueert in uw brief dat de verkoop onder verdachte omstandigheden heeft plaatsgevonden 1 dag voordat het faillissement werd uitgesproken. Ik maak hiertegen bezwaar. Ik wist niet en heb ook niet kunnen weten dat Amber failliet zou gaan.’
3.Het oordeel van het hof
daardoorzijn benadeeld (en niet door de verrekening). Het uitgangspunt van [appellant] is dus onjuist.
welmee bekend kon worden verondersteld: zelfs grote bedrijven voldoen hun rekeningen vaak pas laat. Dat gold ook voor de facturen van PA. Het betekent niet dat dan dus ook een faillissement aanstaande is. Over de betalingsachterstand bij de leasemaatschappij zegt [appellant] dat hij de laatste leasetermijn van de Audi bij de koop daarvan heeft voldaan en dat dit bedrag van de transactie deel uitmaakte. Ook voor het overige had hij naar zijn zeggen uit niets het naderende faillissement kunnen afleiden.
- dat [appellant] /PA uren niet heeft doorberekend, omdat die te zwaar op de nacalculatie zouden drukken en projecten van Amber daardoor slecht zouden worden afgerond;
- dat hij in privé geld aan Amber heeft geleend om onderdelen voor een project te kunnen betalen om zo het project te redden;
- dat [appellant] kort voor het faillissement een aantal keren op het punt heeft gestaan zijn werkzaamheden voor Amber neer te leggen, omdat betaling van zijn facturen uitbleef. Vanaf november 2019 werkte hij niet meer voor Amber;
- dat [appellant] de Audi is gaan huren als zekerheid voor de facturen van PA die onbetaald bleven. Betaling van de facturen was al vanaf het begin problematisch;
- dat [appellant] de boete van het CJIB heeft betaald om verhogingen te voorkomen;
- dat de Audi aan [appellant] is verkocht nadat de faillissementsaanvraag was gedaan;
- dat de laatste leasetermijn voor deze auto door [appellant] is betaald, omdat dat beter uitkwam in verband met de betalingsverplichtingen van Amber aan PA;
- dat het faillissement daags, althans enkele dagen na overschrijving van het kenteken, is uitgesproken.