Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002298-21
Uitspraak d.d.: 14 april 2022
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 30 april 2021 met parketnummer 18-209715-20 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in [P.I.] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 31 maart 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen door de advocaat-generaal, de raadsvrouw mr. W. Koopmans en door verdachte naar voren is gebracht.
Beslissing op onderzoekswensen
De onderhavige strafzaak maakt deel uit het van het onderzoek Cryoliet. Naast de zaak van verdachte zijn de zaken van twee medeverdachten in hoger beroep aan de orde. Op 31 maart 2022 heeft er in al deze zaken een regiezitting plaatsgevonden. Het hof heeft op die zitting bepaald dat bij tussenarrest op de onderzoekswensen zal worden beslist.
Onderzoekswensen
Bij appelschriftuur van 19 mei 2021 heeft de verdediging verzocht om het horen van de getuigen:
[getuige 1]
[getuige 2]
[getuige 3]
[getuige 4]
[getuige 5]
Daarnaast heeft de verdediging het hof verzocht om:
6. Het laten opmaken van een schorsingsrapportage.
Ter terechtzitting van het hof op 31 maart 2022 heeft de raadsvrouw kenbaar gemaakt af te zien van het verzoek om [getuige 5] te horen (onderzoekswens 5). Ten aanzien van het verzoek om een schorsingsrapportage op te laten maken (onderzoekswens 6) heeft de raadsvrouw nader toegelicht dat het haar - nu zij afzonderlijk een verzoek om opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis zal indienen - om een actualisering van het reclasseringsrapport ten behoeve van de inhoudelijke behandeling gaat. De raadsvrouw persisteert bij de overige ingediende onderzoekswensen (1-4) en deze zijn door haar ter terechtzitting van het hof mondeling toegelicht.
Daarnaast is door haar te kennen gegeven dat de verdediging alleen wenst aan te sluiten bij een specifiek aantal onderzoekswensen die in de zaken van de medeverdachten zijn ingediend.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft met betrekking tot de onderzoekswensen van de verdediging op 7 september 2021 een schriftelijk standpunt ingediend. Overeenkomstig dit standpunt heeft de advocaat-generaal ter terechtzitting op 31 maart 2022 geconcludeerd tot het toewijzen van het verzoek tot het horen van de getuigen 1 tot en met 4. Ten aanzien van het verzoek om een (actualisering van de) reclasseringsrapportage op te laten maken heeft de advocaat-generaal toegezegd de reclassering daartoe voorafgaande de inhoudelijke behandeling in alle strafzaken opdracht te geven.
Criterium
Het hof heeft het verzoek tot het horen van de onder 1 tot en met 4 vermelde getuigen getoetst aan het criterium van het verdedigingsbelang.
Oordeel hof
Het hof beslist als volgt op de onderzoekswensen van de verdediging.
1-3. Horen getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3]
Het verzoek van de verdediging om getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] te horen houdt verband met de omstandigheid dat de rechtbank deze verklaringen in de bewijsconstructie (al dan niet als steunbewijs) heeft gebruikt. De getuigen zijn niet eerder ten overstaan van een rechter gehoord.
Het hof acht het, met de advocaat-generaal, in het belang van de verdediging deze getuigen te horen en wijst deze verzoeken toe. De getuigen zullen indien mogelijk door een gedelegeerd raadsheer-commissaris worden gehoord.
4.
Horen getuige [getuige 4]
Het verzoek van de verdediging om getuige [getuige 4] te horen ziet blijkens de onderbouwing daarvan op de omstandigheid dat de getuige aanwezig was op het moment dat verdachte en zijn medeverdachten werden aangehouden en de getuige daarover in afgeluisterde telefoongesprekken uitlatingen heeft gedaan. De verdediging wenst hem daarover te ondervragen. De getuige is niet eerder ten overstaan van een rechter gehoord.
Het hof acht het, met de advocaat-generaal, in het belang van de verdediging deze getuigen te horen en wijst dit verzoek toe. De getuige zal indien mogelijk door een gedelegeerd raadsheer-commissaris worden gehoord.
Op het verzoek om ten behoeve van de inhoudelijke behandeling de reclassering opdracht te geven een actualisering van het reclasseringsrapport op te maken hoeft het hof, gelet op hetgeen de advocaat-generaal heeft toegezegd, niet meer te beslissen.
Ten slotte overweegt het hof dat de verdediging heeft verzocht om aan te mogen sluiten bij een aantal onderzoekswensen die in de zaken van medeverdachten zijn gedaan. Het hof wijst dit verzoek toe, in die zin dat voor zover er naar aanleiding van onderzoekswensen in de strafzaken van de medeverdachten stukken aan het dossier worden toegevoegd en/of nader onderzoek zal plaatsvinden, dit ook in de onderhavige zaak geschiedt, en dat voor zover er in andere zaken getuigen zullen worden gehoord, de raadsvrouw in de gelegenheid wordt gesteld daarbij aanwezig te zijn. In dat geval geldt wel de kanttekening dat bij de planning van die verhoren geen rekening kan worden gehouden met de agenda van de raadsvrouw, maar het staat haar vrij om zich bij verhindering te laten vervangen.