Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
17 november 2021, allen met bijlage(n);
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de verzoeken van de vrouw inzake de verdeling van partneralimentatie, schoolkeuze en zorgregeling. De vrouw, vertegenwoordigd door mr. R.A. Remport Urban, heeft in hoger beroep een aantal verzoeken ingediend die voortvloeien uit de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. De man, vertegenwoordigd door mr. A.A.M. Kroon-Jongbloed, heeft de verzoeken van de vrouw betwist. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw geen onderbouwing heeft gegeven voor haar verzoek tot verdeling van de partneralimentatie en dat er geen concrete stellingen zijn ingenomen die kunnen leiden tot toewijzing van haar verzoek. De vrouw heeft haar behoefte aan alimentatie gesteld op € 3.500,- per maand, maar heeft dit niet onderbouwd, terwijl de man zijn draagkracht gemotiveerd heeft betwist. Het hof heeft daarom het verzoek tot partneralimentatie afgewezen.
Wat betreft de schoolkeuze heeft het hof overwogen dat er geen verzoek is ingediend en dat dit buiten behandeling blijft. De zorgregeling, die eerder door de rechtbank was vastgesteld, is door de vrouw ter discussie gesteld. Het hof heeft geconcludeerd dat de zorgregeling in het belang van de kinderen moet worden heroverwogen, vooral gezien de emotionele situatie van de kinderen en de onderlinge strijd tussen de ouders. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij is bepaald dat het contact tussen de man en de kinderen onder regie van de gecertificeerde instelling zal plaatsvinden. Het hof heeft benadrukt dat de focus moet liggen op het welzijn van de kinderen en dat er ondersteuning moet worden geboden om hen te helpen zich veilig te voelen in de omgang met de man.