Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019, en de omgangsregeling met de vader. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had de bestreden beschikking van de kinderrechter aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd en een omgangsregeling was vastgesteld. Het hof oordeelde dat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de ondertoezichtstelling, zoals vastgelegd in artikel 1:255 lid 1 BW. Het hof concludeerde dat de moeder de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige onderkent en dat zij hulpverlening aanvaardt, waardoor de ondertoezichtstelling niet gerechtvaardigd was. Daarnaast ontzegde het hof de vader het recht op omgang met de minderjarige, omdat omgang op dat moment ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. Het hof benadrukte dat de vader eerst hulpverlening moet aanvaarden voordat er ruimte is voor contactherstel. De beslissing van het hof houdt in dat de bestreden beschikking van de kinderrechter wordt vernietigd en dat de verzoeken van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling en wijziging van de omgangsregeling worden afgewezen.