Uitspraak
1.mr. [appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
Rabohypotheekbank N.V.
Rabobank,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
4 december 2015 (taxatiekosten, makelaarskosten, advocaatkosten en notariskosten) ter discussie gesteld. Het hof gaat daaraan voorbij. De opgaaf van de posten waaruit de restschuld bestaat is al als productie 3 bij de inleidende dagvaarding in het geding gebracht. Het had op de weg van [appellanten] c.s. gelegen om indien zij deze kostenposten ter discussie wilden stellen, dit eerder te doen dan bij hun antwoordakte na tussenarrest, welke antwoordakte alleen was bedoeld om zich uit te laten over de hiervoor besproken kapitaalverzekering.
€ 18.267
€ 41.808,09
€ 281.828,25
€ 3.852,81.Derhalve zal het hof [appellant] veroordelen tot betaling van
€ 285.681,06te vermeerderen met de wettelijke rente over € 281.828,25 vanaf 5 april 2017 tot de dag van algehele betaling.