ECLI:NL:GHARL:2022:3454
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- M.H.H.A. Moes
- J.U.M. van der Werff
- Rechtspraak.nl
Verdeling ontbonden huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding met geschil over toedeling van goederen en proceskosten
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, betreft het een hoger beroep inzake de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen, die in 1998 in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De vrouw had op 24 mei 2019 een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarna de echtscheiding op 13 september 2019 is uitgesproken. De man is in eerste aanleg veroordeeld tot het afgeven van bepaalde goederen aan de vrouw en tot betaling van een bedrag van € 11.305,-. De man heeft in hoger beroep vijf grieven ingediend, waarbij hij onder andere betwist dat de rechtbank de auto, die door de vennootschap onder firma van partijen werd geleased, aan hem had kunnen toedelen. Het hof oordeelt dat de auto niet tot de huwelijksgoederengemeenschap behoort, omdat deze tot het ondernemersvermogen van de vennootschap behoort. De grieven van de man met betrekking tot de toedeling van de auto slagen, evenals zijn grieven over de proceskosten. Het hof bepaalt dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen en vernietigt het vonnis van de rechtbank voor zover het betreft de toedeling van de auto en de proceskosten. De vordering van de vrouw in incidenteel hoger beroep wordt afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank voor het overige.