ECLI:NL:GHARL:2022:3626
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzet- en schuldheling na onderzoek naar de herkomst van voertuigen
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor schuldheling en had een taakstraf opgelegd gekregen. In hoger beroep heeft de verdachte aangevoerd dat hij niet wist dat de voertuigen van misdrijf afkomstig waren. Het hof heeft het onderzoek op de terechtzitting van 15 april 2022 en de eerdere zitting in eerste aanleg in overweging genomen. De advocaat-generaal had gevorderd het vonnis van de rechtbank te bevestigen, maar het hof kwam tot een andere bewijsbeslissing.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, die een autobedrijf heeft, de voertuigen had opgeslagen voor personen uit Roemenië of Bulgarije. Hij had een vertrouwensband met deze personen en had de voertuigen gecontroleerd op eventuele diefstalregistraties. Het hof oordeelde dat er geen wettig bewijs was dat de verdachte wist dat de voertuigen van misdrijf afkomstig waren. Ook was er geen sprake van grove of aanmerkelijke onvoorzichtigheid, aangezien de verdachte al vijf jaar samenwerkte met deze groep en geen eerdere problemen had ondervonden. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van zowel opzet- als schuldheling.
De beslissing van het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij het tenlastegelegde heeft begaan.