Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beloning van een opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter had eerder bepaald dat de beloning voor aanvangswerkzaamheden niet ten laste van het vermogen van de rechthebbende mocht worden gebracht. Het hof heeft deze beschikking gedeeltelijk vernietigd en de opvolgend bewindvoerder, [verzoekster] B.V., een aanvangsvergoeding toegekend ter hoogte van de helft van het forfaitaire bedrag zoals vastgesteld in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. De zaak betreft een ontslag en opvolging van de bewindvoerder op eigen verzoek, waarbij de voormalig bewindvoerder, [de voormalig bewindvoerder], was ontslagen vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Het hof heeft overwogen dat de werkzaamheden van de opvolgend bewindvoerder minder tijd vergen dan bij de instelling van een nieuw bewind, en heeft daarom de vergoeding vastgesteld op basis van 4 uur werk, wat resulteert in een bedrag van € 279,50. De kosten van het hoger beroep zijn voor rekening van [verzoekster].