ECLI:NL:GHARL:2022:3845
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Wijma
- A. Eskandari
- Rechtspraak.nl
Vernietiging sanctiebeschikking wegens onvoldoende bewijs van bebording binnen bebouwde kom
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 3 februari 2020 het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond had verklaard. De betrokkene was als kentekenhouder een sanctie opgelegd van € 94,- voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 11 km/h op 28 december 2018. De gemachtigde van de betrokkene betwistte de aanwezigheid van het bord H1 op de gereden route, wat cruciaal was voor de vaststelling van de gedraging. Het hof oordeelde dat de advocaat-generaal onvoldoende bewijs had geleverd dat het bord H1 daadwerkelijk aanwezig was op de door de betrokkene gevolgde route. De documenten die door de advocaat-generaal waren ingediend, gaven geen duidelijkheid over de controle van de bebording. Het hof concludeerde dat de inleidende beschikking niet in stand kon blijven en vernietigde de beslissing van de kantonrechter. Tevens werd de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.354,50.