Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met de stukken uit eerste aanleg en producties 1 tot en met 6, ingekomen op 25 augustus 2021;
- het verweerschrift met productie;
- een journaalbericht van mr. Vermeer van 18 maart 2022 met producties 7 tot en met 13;
- een journaalbericht van mr. Makhloufi van 28 maart 2022 met productie 6.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De overwegingen voor de beslissing
De behoefte van de vrouw berekent de man (met de toepassing van de Hofnorm) over die jaren op respectievelijk € 2.982,-, € 1.660,20 en € 1.522,80, wat niet door de vrouw wordt betwist. De gemiddelde behoefte van de vrouw bedraagt dan € 2.055,- netto per maand. Het hof zal van deze behoefte uitgaan.
De man stelt dat de vrouw gelet op haar behoefte en de hoogte van haar inkomen volledig in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. De vrouw heeft de stelling van de man onvoldoende gemotiveerd betwist. Weliswaar heeft de vrouw ter zitting nog aangevoerd dat zij vanwege haar gezondheidsproblemen per 1 april 2022 70% van haar inkomen ontvangt, maar de vrouw heeft haar stelling niet met stukken onderbouwd en zij heeft aan deze stelling geen conclusies verbonden.