ECLI:NL:GHARL:2022:4522

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
Wahv 200.288.683/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. de Witt
  • M. van der Meulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) betreffende overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 23 november 2020 een beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een sanctie van € 116,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 15 km/h. Dit gebeurde op 30 december 2018 om 19:40 uur op de Rijksweg A1 in Hoogland. De gemachtigde van de betrokkene, mr. B. de Jong, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een proceskostenvergoeding, welke door de kantonrechter is afgewezen.

De gemachtigde betwist de gedraging en stelt dat de kalibratietabel, die in het dossier aanwezig is, niet geldig is zonder het bijbehorende certificaat. Volgens de Instructie snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers verliest de kalibratietabel haar geldigheid bij herstel of wijziging van enig onderdeel van het dienstvoertuig dat invloed kan hebben op het meetresultaat. Het hof oordeelt dat de gegevens waarop de sanctie is gebaseerd, correct zijn en dat het bijbehorende certificaat geen op de zaak betrekking hebbend stuk is, omdat het niet is gebruikt bij de oplegging van de sanctie.

Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak benadrukt dat de werkelijke snelheid is vastgesteld met een gekalibreerde boordsnelheidsmeter en dat de betrokkene de gedraging niet heeft kunnen weerleggen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 2 juni 2022.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.288.683/01
CJIB-nummer
: 222508436
Uitspraak d.d.
: 2 juni 2022
Arrestop het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank
Midden-Nederland van 23 november 2020, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .
De gemachtigde van de betrokkene is mr. B. de Jong, kantoorhoudende te Gouda.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 116,- voor: “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 15 km/h”. Deze gedraging zou zijn verricht op 30 december 2018 om 19:40 uur op de Rijksweg A1 in Hoogland met het voertuig met het kenteken [kenteken1] .
2. De gemachtigde voert aan dat de betrokkene de gedraging betwist. De kalibratietabel bevindt zich in het dossier maar deze is niet geldig zonder het daarbij behorende certificaat. In dit verband verwijst de gemachtigde naar artikel 2.1.2 van de Instructie snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (hierna: de Instructie).
3. Artikel 2.1.2 van de Instructie bepaalt het volgende:
“ De in het dienstvoertuig aangebrachte tabel en het daarbij behorende certificaat is geldig voor de duur van één jaar. Deze tabel en het daarbij behorende certificaat verliest haar geldigheid bij herstel of wijziging van enig onderdeel van het dienstvoertuig als dit herstel of deze wijziging van invloed kan zijn op het meetresultaat.”
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
“De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. de gekalibreerde boordsnelheidsmeter van het dienstvoertuig, door bestuurder met een gelijkblijvende of vrijwel gelijkblijvende tussenafstand te volgen.
Afgelezen snelheid boordsnelheidsmeter: 155 km per uur.
Snelheid volgens kalibratietabel: 150 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 145 km per uur.
Toegestane snelheid: 130 km per uur.
Overschrijding met: 15 km per uur.
Meetafstand: 2000 m
Tussenafstand: 100 m.
Goedkeuring kalibratie boordsnelheidsmeter geldig tot: 12-12-2019.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een overeenkomstig de geldende Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers van het College van procureurs-generaal uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid volgens de kalibratietabel van het dienstvoertuig [kenteken2] . (…).”
5. De gegevens op de (zich in het dossier bevindende) kalibratietabel komen overeen met de daaromtrent vermelde gegevens in het zaakoverzicht. Anders dan de gemachtigde kennelijk meent, volgt uit de Instructie niet dat het bij de kalibratietabel behorende certificaat in of bij het dienstvoertuig moet worden aangebracht of meegevoerd. Uit de Instructie valt in zoverre slechts af te leiden dat de in het dienstvoertuig aangebrachte ijktabel en het daarbij behorende certificaat geldig is voor de duur van één jaar. Anders dan de kalibratietabel betreft het bijbehorende certificaat geen op de zaak betrekking hebben stuk, nu dit stuk niet is gebruikt bij de oplegging van de sanctie en de officier van justitie evenmin dit stuk opgevraagd heeft in het kader van de beslissing op het administratief beroep.
6. De gemachtigde heeft verder niets aangevoerd dat aanleiding geeft om te twijfelen aan de juistheid van de gegevens in het dossier. Naar het oordeel van het hof is dan ook komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
7. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter daarom bevestigen. Er bestaat geen aanleiding tot het toekennen van een proceskostenvergoeding.

De beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter;
wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Van der Meulen griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.