Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Samenvatting
2.Procesverloop
3.Beslissing rechtbank
4.Verzoeken in hoger beroep
5.Feiten
6.Beoordeling
II, 1979/80, 16247, 3, p. 6 en Kamerstukken
II1993/94, 23012, 3, p. 19). Deze ruime ambtshalve bevoegdheid van de rechter in zaken waarin het de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken betreft, valt ook anderszins niet te rijmen met een al te strikte opvatting van artikel 362 Rv. Daar komt bij dat bij de vaststelling van een zorgregeling het in het belang van het kind is dat de beslissing berust op een juiste en volledige waardering van de van belang zijnde omstandigheden ten tijde van de uitspraak in hoger beroep. Anders dan de moeder betoogt, is de vader dan ook ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep.
7.Beslissing
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;