ECLI:NL:GHARL:2022:6647

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
1 augustus 2022
Zaaknummer
21-002274-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de productie en voorbereiding van amfetamine in een drugslaboratorium

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van de productie en voorbereiding van amfetamine in een drugslaboratorium. Het hof legt een gevangenisstraf op van 36 maanden, met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft samen met anderen amfetamine bereid in een drugslaboratorium en het hof verwerpt het verweer van de verdediging dat er nog geen eindproduct was geproduceerd. Het hof oordeelt dat er voldoende bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte bij de productie van amfetamine, onder andere door de aanwezigheid van N-formylamfetamine en andere stoffen in het laboratorium. De verdachte heeft verklaard dat hij goederen naar het pand heeft vervoerd, maar ontkent betrokken te zijn geweest bij de productie. Het hof concludeert dat er sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten. De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het feit, waarbij het hof rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De schorsing van de voorlopige hechtenis is beëindigd, en de verdachte moet de opgelegde gevangenisstraf ondergaan.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002274-21
Uitspraak d.d.: 3 augustus 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 29 april 2021 met parketnummer 18-119567-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 10 februari, 13 juli en 3 augustus 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. A.A. Nunnikhoven, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 29 april 2021, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde (voorbereiding van) productie van amfetamine veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na nadere omschrijving van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
1.
primairhij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] , althans (ook) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
(in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres] te [plaats] )
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B), en/of vervaardigd (D), en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),
(een (hoeveelhe(i)d(en)) van (een) materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
1.
subsidiair[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met l mei 2020 te [plaats] , althans (ook) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres] te [plaats] ) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B), en/of vervaardigd (D), en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),
(een (hoeveelhe(i)d(en)) van (een) materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (ook) (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- een locatie voor een drugslab te (laten) regelen aan de [adres] te [plaats] , althans (meermalen) contact gehad met de ((door/onder)ver)huurder ( [medeverdachte 4] ) van het pand/panden/schuur, en/of
- een of meer goederen op te halen en/of te vervoeren ten behoeve van voornoemd drugslab te [plaats] , te weten (onder meer) gasflessen en/of jerrycans en/of een of meer (grote) ketel(s) en/of witte zakken (van 20 kilo met caustic soda) en/of kartonnen dozen met glazen bollen en/of ijzeren buizen, en/of
- meermalen, althans eenmaal (voornoemde) goederen in voornoemd drugslab te tillen, en/of
- een of meer personen van en naar voornoemd drugslab te vervoeren, en/of
- de elektriciteitskabel en/of de elektra in de gaten te houden ter voorkoming van stroomuitval, en/of
- BMK (Benzylmethylketon) en/of N-formylamfetamine ‘te koken’ (bereiden/bewerken),
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het derde of vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (B), en/of
- vervaardigen (D), en/of
- buiten het grondgebied van Nederland brengen (A), en/of
- aanwezig hebben (C),
van een of meer hoeveelhe(i)d(en) amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens),
(LFO-rapport d.d. 12 oktober 2020 , drugslab te [plaats] op 1 mei 2020)
- een (complete) laboratorium-opstelling /productieplaats (drugslab) opgezet, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of amfetamine (gereed om in gebruik te worden genomen), waarbij
x. reeds BMK was geproduceerd met behulp van de preprecursor MAPA (conclusie LFO), en/of
x. BMK was omgezet in N-formylamfetamine en/of amfetamine (in 12 liter sterk zure vloeistof) (conclusie LFO en L-22), en/of
x. de aangetroffen apparatuur geschikt was voor de productie van 275 tot 367 kilogram onversneden amfetamine pasta (per ketel en/of bij een vullingsgraad van 50%) (conclusie LFO), en/of
-in dat drugslab (in ieder geval) de volgende voorwerpen/producten gebruikt en/of bereid en/of voorhanden gehad, te weten
x. (in totaal) circa 36 liter N-formylamfetamine (die na toevoeging van zoutzuur kon worden omgezet in circa 70 en 85 kilogram amfetamine) (conclusie LFO), en/of
x. circa 180 liter, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, zure (PH -3) vloeistof (L- 2), en/of
x. circa 470 liter zuur afval, bevattende (sporen van) BMK (L-11), en/of
x. circa 237 kilo, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, caustic soda (L-20), en/of
x. circa 240 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, formamide (L29), en/of
x. circa 225 kilogram MAPA (L-32), en/of
x. 10, althans meerdere, althans een blauw(e) klemdeksel vat(en), inhoud 200 liter, elk gevuld met circa 60-70 liter (pH-14), althans een zeer grote/aanzienlijke hoeveelheid, loogoplossing die bestemd is voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven (A1), en/of
x. circa 100 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, zoutzuur (K1), en/of
x. circa 137 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, mierenzuur (O-2), en/of
x. diverse hardware, waaronder (46) maatbekers en/of (2) RVS reactieketel(s) (inhoud 981 liter, waarvan één resten bevat van BMK (L9) en/of één resten bevat van Nformylamfetamine (op een zwak zure waterige vloeistof) (L2)) en/of (9) gasbranders en/of (10) rondbodemkolven en/of (10) spiraalkoelers en/of (25) propaan gasflessen en/of (10) brandersteunen en/of (30, althans 20) klemdekselvaten (inhoud 200 liter) en/of lucht- en waterslangen en/of (3) RVS koelers en/of stoomgenerator (inhoud 292 liter) en/of stoomgenerator (inhoud 362 liter) en/of een destillatieketel (inhoud 227 liter) en/of (2) IBC's (inhoud 1.000 liter) en/of (74) jerrycans, en/of
x. een Gardena vierwegverdeler en/of slangklemmen (afkomstig van de Gamma en gebruikt in het drugslab), en/of
(overige handelingen)
- een locatie voor een drugslab geregeld en/of laten regelen aan de [adres] te [plaats] , althans contact gehad met de ((door/onder)ver)huurder ( [medeverdachte 4] ) van het pand/panden/schuur, en/of
- een of meer goederen opgehaald en/of vervoerd ten behoeve van voornoemd drugslab te [plaats] , te weten (onder meer) gasflessen en/of jerrycans en/of een of meer (grote) ketel(s) en/of witte zakken (van 20 kilo met caustic soda) en/of kartonnen dozen met glazen bollen en/of ijzeren buizen, en/of
- meermalen, althans eenmaal de goederen in voornoemd drugslab getild, en/of
- een of meer personen vervoerd van en naar voornoemd drugslab te [plaats] , en/of
- BMK (Benzylmethylketon) en/of N-formylamfetamine ‘gekookt’ (bereid/bewerkt).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen van de productie van amfetamine, subsidiair wordt verdachte medeplichtigheid daaraan verweten. Onder 2 wordt verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de voorbereiding van de productie van amfetamine. Verdachte heeft in eerste aanleg verklaard dat hij met medeverdachten meerdere keren goederen heeft vervoerd naar het pand in [plaats] en daar in de schuur heeft neergezet. Hij ontkent betrokken te zijn geweest bij de productie van amfetamine in [plaats] of de voorbereiding daarvan.
Stadium van het productieproces
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde betoogd dat er nog geen amfetamine en daarmee nog geen eindproduct was geproduceerd in het drugslaboratorium in [plaats] . Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat er geen productieafval is aangetroffen. Het feit dat er in een tweedehands rondbodemkolf het residu van amfetamine is aangetroffen, maakt volgens de raadsman niet dat een bewezenverklaring kan volgen voor de productie van amfetamine in het drugslaboratorium in [plaats] .
Het hof is van oordeel dat de stelling van de raadsman dat nog geen sprake was van productie van amfetamine wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat uit deze bewijsmiddelen volgt dat in het laboratorium in [plaats] door verdachten en medeverdachten amfetamine is geproduceerd. Zo is in een rondbodemkolf daadwerkelijk amfetamine aangetroffen en is in de bemonstering van de broek van verdachte N-formylamfetamine en andere aan de vervaardiging van amfetamine gerelateerde stoffen aangetroffen.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Medeplegen
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof vrijspraak van verdachte bepleit ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen. Het hof begrijpt dit zo dat de raadsman heeft betoogd dat dit geldt voor zowel het onder 1 primair als het onder 2 tenlastegelegde medeplegen. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen (significante) bijdrage heeft geleverd aan de (voorbereiding van de) productie van amfetamine. Hij heeft enkel goederen vervoerd naar het pand in [plaats] . Dit duidt op medeplichtigheid in plaats van medeplegen, aldus de raadsman.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medepleger kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
Het hof stelt vast dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de deels onbekend gebleven perso(o)n(en) die de handelingen uitvoerden in het laboratorium, dan wel hen voorzagen van de grondstoffen, instructies en andere faciliteiten om amfetamine te produceren. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte meermalen contact heeft gehad met de huurder van het pand, medeverdachte [medeverdachte 4] , en met medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte is blijkens de historische verkeersgegevens van zijn telefoon meerdere malen in [plaats] geweest. Dat verdachte niet enkel aanwezig is geweest in [plaats] om goederen te brengen, maar ook betrokken was bij de productie van amfetamine en de voorbereiding daarvan, blijkt voornamelijk uit het volgende.
Zoals eerder overwogen zijn in de bemonstering van de broek van verdachte N-formylamfetamine en andere aan de vervaardiging van amfetamine gerelateerde stoffen aangetroffen. Verdachte heeft op internet opgezocht wat nodig is om amfetamine te maken, zo blijkt uit de zoekgeschiedenis op internet op zijn telefoon. Bovendien heeft verdachte via de Encrochat telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] berichten uitgewisseld met Encrochat gebruiker [naam gebruiker 1] . Deze [naam gebruiker 1] wilde verdachte spreken. Verdachte moest een oplossing vinden voor de problemen met de stroomvoorziening.
Medeverdachte [medeverdachte 1] zegt op 29 april 2020 via Encrochat tegen Encrochat- gebruiker [naam gebruiker 2] dat hij die ‘opgever’ en ‘zogenaamde soldaat’ straf heeft gegeven en dat hij daar moest blijven slapen. Hij moest van [medeverdachte 1] de zakken erin doen en roeren en toen zei hij dat hij zich niet goed voelde en misselijk was. Verdachte heeft tijdens zijn vierde verhoor bij de politie verklaard dat dit gesprek over hem gaat. Bovendien komt dit gesprek overeen met de historische gegevens van de telefoons van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en verdachte.
Daar komt nog bij dat de politie op een blikje in het laboratorium DNA-sporen heeft aangetroffen die matchen met het DNA-profiel van verdachte. De matchkans is kleiner is dan één op één miljard. Deze uit de bewijsmiddelen sprekende bijdrage van verdachte bij de productie van de amfetamine en de voorbereiding daarvan is van voldoende gewicht geweest om van medeplegen te kunnen spreken bij het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Start van de pleegperiode
De raadsman heeft betoogd dat de pleegperiode zoals deze is tenlastegelegd niet bewezen kan worden. De pleegperiode vangt aan vanaf 15 april 2020, aldus de raadsman.
Voor wat betreft de pleegperiode sluit het hof aan bij het feit dat op 21 maart 2020 de sleuteloverdracht heeft plaatsgevonden van het pand in [plaats] . Op die dag stralen de telefoons van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] bovendien zendmasten aan in [plaats] . Het hof zal deze datum waarop verdachten de beschikking kregen over de schuur waarin het drugslaboratorium is aangetroffen als begin van de pleegperiode aanmerken. Voor het bewijs van deze pleegperiode is niet noodzakelijk dat er bewijs is voor werkzaamheden op de eerste en laatste dag van de periode, laat staan op alle dagen.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Conclusie hof onder 1 primair en 2 tenlastegelegde
Het hof acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen van de productie van amfetamine en het onder 2 tenlastegelegde medeplegen van de voorbereiding van de productie van amfetamine.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
primairhij in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
(in een drugslaboratorium in een schuur gelegen aan de [adres] te [plaats] )
heeft bereid,
een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (B), en/of
- vervaardigen (D),
van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van die delicten,
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode en op voornoemde pleegplaats,
(LFO-rapport d.d. 12 oktober 2020, drugslaboratorium te [plaats] op 1 mei 2020)
- een (complete) laboratorium-opstelling /productieplaats (drugslaboratorium) opgezet, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of amfetamine (gereed om in gebruik te worden genomen), waarbij
x. reeds BMK was geproduceerd met behulp van de preprecursor MAPA, en
x. BMK was omgezet in N-formylamfetamine (in 12 liter sterk zure vloeistof) (L-22), en
x. de aangetroffen apparatuur geschikt was voor de productie van 275 tot 367 kilogram onversneden amfetamine pasta (per ketel en bij een vullingsgraad van 50%), en
- in dat drugslaboratorium (in ieder geval) de volgende voorwerpen/producten gebruikt en/of bereid en/of voorhanden gehad, te weten
x. in totaal circa 36 liter N-formylamfetamine (die na toevoeging van zoutzuur kon worden omgezet in circa 70 en 85 kilogram amfetamine), en
x. circa 180 liter zure (PH-3) vloeistof (L-2), en
x. circa 470 liter zuur afval, bevattende BMK (L-11), en
x. circa 237 kilo caustic soda (L-20), en
x. circa 240 liter, formamide (L29), en
x. circa 225 kilogram MAPA (L-32), en
x. meerdere blauwe klemdeksel vaten, inhoud 200 liter, elk gevuld met circa 60-70 liter (pH-14) loogoplossing die bestemd is voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven (A1), en
x. circa 100 liter zoutzuur (K1), en
x. circa 137 liter mierenzuur (O-2), en
x. diverse hardware, waaronder 46 maatbekers en 2 RVS reactieketels (inhoud 981 liter, waarvan één resten bevat van BMK (L9) en één resten bevat van N-formylamfetamine (op een zwak zure waterige vloeistof) (L2)) en 9 gasbranders en 10 rondbodemkolven en spiraalkoeiers en 25 propaan gasflessen en 10 brandersteunen en 30 klemdekselvaten (inhoud 200 liter) en/of lucht- en waterslangen en 3 RVS koelers en stoomgenerator (inhoud 292 liter) en stoomgenerator (inhoud 362 liter) en een destillatieketel (inhoud 227 liter) en 2 IBC’s (inhoud 1.000 liter) en jerrycans, en
x. een Gardena vierwegverdeler en slangklemmen (afkomstig van de Gamma en gebruikt in het drugslaboratorium), en
(overige handelingen)
- een locatie voor een drugslaboratorium geregeld of laten regelen aan de [adres] te [plaats] , en
- een of meer goederen opgehaald en/of vervoerd ten behoeve van voornoemd drugslaboratorium te [plaats] , te weten (onder meer) gasflessen en/of jerrycans en/of een of meer (grote) ketel(s) en/of witte zakken (van 20 kilo met caustic soda) en/of kartonnen dozen met glazen bollen en/of ijzeren buizen, en
- de goederen in voornoemd drugslaboratorium getild, en
- een of meer personen vervoerd van en naar voornoemd drugslaboratorium te [plaats] , en
- BMK (Benzylmethylketon) en/of N-formylamfetamine ‘gekookt’ (bereid/bewerkt).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde levert op:

de eendaadse samenloop van:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod

en

medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan de voorbereiding van en de productie van amfetamine. Het produceren van amfetamine is een zeer ernstig strafbaar feit. De opslag van chemicaliën ten behoeve van deze productie en de uiteindelijke productie van synthetische drugs, zoals de harddrug amfetamine, brengen ernstige gevaren met zich mee. Zo bestaat er gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Het hof wijst hierbij in het bijzonder op de in het dossier omschreven situatie op 28 april 2020, waarbij er paniek uitbrak in het drugslaboratorium in [plaats] . Door problemen met het kookproces trok er rook over de weilanden. Drie medeverdachten hebben de productielocatie halsoverkop verlaten. Zij zijn teruggegaan naar hun woonplaatsen in het zuiden van het land, zonder zich te bekommeren om de eventuele gevolgen van de wolk met mogelijk gevaarlijke stoffen die over de weilanden trok. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat zeer schadelijk is voor het milieu. Voorts leveren harddrugs voor gebruikers ernstige gezondheidsrisico’s op. Ook gaat de productie van en de handel in harddrugs gepaard met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit. Met de productie van en handel in harddrugs wordt snel en veel geld verdiend.
Verdachte heeft zich totaal niet bekommerd om de risico's voor omwonenden en de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu.
Bij het bepalen van de straf weegt het hof mee dat, zoals blijkt uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 juni 2022, verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor andersoortige strafbare feiten. Nu deze veroordelingen niet van recente datum zijn, neemt het hof deze veroordelingen niet mee bij de strafoplegging.
Het hof houdt bij de strafoplegging tevens rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals door de raadsman van verdachte naar voren gebracht ter terechtzitting van het hof. Ook heeft het hof acht geslagen op het reclasseringsadvies dat zeer recent over verdachte is uitgebracht. Verdachte heeft gedurende het voorarrest zijn huurwoning kunnen behouden, maar heeft hierdoor schulden opgebouwd. Verdachte staat onder bewind en is bezig met het afbetalen van deze schuld. Verdachte wil een opleiding volgen en aan het werk gaan. Hij staat open voor ondersteuning en komt afspraken goed na. Daarnaast kan hij inmiddels rekenen op een sociaal netwerk waaraan hij veel steun ontleent.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het door verdachte ondergane voorarrest, passend en geboden. Dat deze straf van kortere duur is dan wat door de rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd, is gelegen in de positieve ontwikkelingen in de persoon en het leven van de verdachte. Daarnaast weegt mee dat het hof verdachtes rol bij het plegen van de strafbare feiten heeft vergeleken met die van de medeverdachten en de straffen die het hof hun heeft opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Voorlopige hechtenis

Het hof constateert dat de voorlopige hechtenis van verdachte bij beschikking van 1 november 2021 van het hof onder voorwaarden is geschorst met ingang van 3 november 2021 tot aan de inhoudelijke (regie)behandeling van de strafzaak op 10 februari 2022.
Het hof heeft bij beschikking van 10 februari 2022 bevolen dat de schorsing van de voorlopige hechtenis onder voorwaarden zal worden voortgezet met ingang van 10 februari 2022 tot aan de einduitspraak van het hof in het hoger beroep in de strafzaak. De schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte eindigt derhalve op 3 augustus 2022. De verdediging heeft verzocht de schorsing voort te laten duren na de einduitspraak van het hof.
Eén van de schorsingsvoorwaarden betrof de verplichting van verdachte om bij de zitting van de inhoudelijke behandeling van deze strafzaak aanwezig te zijn. Gelet op het feit dat verdachte niet op de zitting van het hof van 13 juli 2022 aanwezig was en daarmee niet op de inhoudelijke behandeling in hoger beroep is verschenen, constateert het hof dat verdachte zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden. Het hof zal niet tot voortijdige opheffing van de schorsing overgaan, nu deze op de datum van de einduitspraak eindigt. Maar in het gegeven dat verdachte de schorsingsvoorwaarden niet heeft nageleefd ziet het hof wel reden de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte niet, zoals verzocht, te laten voorduren na 3 augustus 2022. Het verzoek van de verdediging zal worden afgewezen. De schorsing eindigt op 3 augustus 2022 en vanaf dat moment kan het bevel tot voorlopige hechtenis weer worden geëxecuteerd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
De voorlopige hechtenis
Wijst af het verzoek tot voortzetting van de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
Aldus gewezen door
mr. M.C. Fuhler, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. A.H. toe Laer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Diender, griffier,
en op 3 augustus 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.