ECLI:NL:GHARL:2022:6651

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
1 augustus 2022
Zaaknummer
21-002249-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen en medeplichtigheid aan de productie van amfetamine in een drugslaboratorium

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan de productie van amfetamine in een drugslaboratorium. Het hof legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en bijzondere voorwaarden. De verdachte was medeplichtig aan het medeplegen van de productie van amfetamine en had medeverdachten en goederen vervoerd naar het drugslaboratorium. Het hof oordeelde dat de verdachte niet direct betrokken was bij de productie, maar wel een significante rol speelde in de logistiek van het proces. De rechtbank had eerder een zwaardere straf opgelegd, maar het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen en zijn huidige behandeling voor psychische klachten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde medeplegen, maar achtte de medeplichtigheid en het medeplegen van de voorbereiding van de productie bewezen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002249-21
Uitspraak d.d.: 3 augustus 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 29 april 2021 met parketnummer 18-199389-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 10 februari, 13 juli en 3 augustus 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M.C. van der Want, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 29 april 2021, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde (voorbereiding van) productie van amfetamine veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na nadere omschrijving van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
1.
primairhij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] , althans (ook) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
(in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres] te [plaats] )
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B), en/of vervaardigd (D), en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),
(een (hoeveelhe(i)d(en)) van (een) materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
subsidiair[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] , althans (ook) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres] te [plaats] ) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B), en/of vervaardigd (D), en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),
(een (hoeveelhe(i)d(en)) van (een) materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (ook) (elders) in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- een of meer goederen op te halen en/of te vervoeren ten behoeve van voornoemd drugslab te [plaats] , te weten een of meer(grote) ketel(s) en/of ijzeren buizen, en/of
- meermalen, althans eenmaal (voornoemde) goederen in voornoemd drugslab getild, en/of
- BMK (Benzylmethylketon) en/of N-formylamfetamine ‘te koken’ (bereiden/bewerken);
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het derde of vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (B), en/of
- vervaardigen (D), en/of
- buiten het grondgebied van Nederland brengen (A), en/of
- aanwezig hebben (C),
van een of meer hoeveelhe(i)d(en) amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens),
(LFO-rapport d.d. 12 oktober 2020. drugslab te [plaats] op 1 mei 2020)
- een (complete) laboratorium-opstelling / productieplaats (drugslab) opgezet, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of amfetamine (gereed om in gebruik te worden genomen), waarbij
x. reeds BMK was geproduceerd met behulp van de preprecursor MAPA (conclusie LFO), en/of
x. BMK was omgezet in N-formylamfetamine en/of amfetamine (in 12 liter sterk zure vloeistof) (conclusie LFO en L-22), en/of
x. de aangetroffen apparatuur geschikt was voor de productie van 275 tot 367 kilogram onversneden amfetamine pasta (per ketel en/of bij een vullingsgraad van 50%) (conclusie LFO), en/of
- in dat drugslab (in ieder geval) de volgende voorwerpen/producten gebruikt en/of bereid en/of voorhanden gehad, te weten
x. (in totaal) circa 36 liter N-formylamfetamine (die na toevoeging van zoutzuur kon worden omgezet in circa 70 en 85 kilogram amfetamine) (conclusie LFO), en/of
x. circa 180 liter, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, zure (PH-3) vloeistof (L 2), en/of
x. circa 470 liter zuur afval, bevattende (sporen van) BMK (L-11), en/of
x. circa 237 kilo, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, caustic soda (L20), en/of
x. circa 240 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, formamide (L29), en/of
x. circa 225 kilogram MAPA (L-32), en/of
x. 10, althans meerdere, althans een blauw(e) klemdeksel vat(en), inhoud 200 liter, elk gevuld met circa 60-70 liter (pH-l4), althans een zeer grote/aanzienlijke hoeveelheid, loogoplossing die bestemd is voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven (A1), en/of
x. circa 100 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, zoutzuur (K1), en/of
x. circa 137 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, mierenzuur(O2), en/of
x. diverse hardware, waaronder (46) maatbekers en/of (2) RVS reactieketel(s) (inhoud 981 liter, waarvan één resten bevat van BMK (L9) en/of één resten bevat van N-formylamfetamine (op een zwak zure waterige vloeistof) (L2)) en/of (9) gasbranders en/of (10) rondbodemkolven en/of (10) spiraalkoelers en/of(25) propaan gasflessen en/of(l0) brandersteunen en/of (30, althans 20) klemdekselvaten (inhoud 200 liter) en/of lucht- en waterslangen en/of (3) RVS koelers en/of stoomgenerator (inhoud 292 liter) en/of stoomgenerator (inhoud 362 liter) en/of een destillatieketel (inhoud 227 liter) en/of (2) IBC’s (inhoud 1.000 liter) en/of (74) jerrycans, en/of
x. een Gardena vierwegverdeler en/of slangklemmen (afkomstig van de Gamma en gebruikt in het drugslab), en/of
(overige handelingen)
- een of meer goederen opgehaald en/of vervoerd ten behoeve van voornoemd drugslab te [plaats] , te weten (onder meer) gasflessen en/of jerrycans en/of een of meer (grote) ketel(s) en/of witte zakken (van 20 kilo met caustic soda) en/of kartonnen dozen met glazen bollen en/of ijzeren buizen, en/of
- meermalen, althans eenmaal de goederen in voornoemd drugslab getild, en/of
- BMK (Benzylmethylketon) en/of N-formylamfetamine ‘gekookt’ (bereid/bewerkt).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen van de productie van amfetamine, subsidiair wordt verdachte medeplichtigheid daaraan verweten. Onder 2 wordt verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de voorbereiding van de productie van amfetamine. Verdachte heeft in eerste aanleg en in hoger beroep verklaard dat hij meerdere keren medeverdachten van en naar het pand in [plaats] heeft vervoerd. In hoger beroep heeft verdachte voorts nog verklaard dat hij een busje heeft gereden met daarin een ketel. Hij ontkent betrokken te zijn geweest bij de productie van amfetamine in [plaats] , of de voorbereiding daarvan.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof vrijspraak van verdachte bepleit ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen. Het hof begrijpt dit zo dat de raadsman heeft betoogd dat dit geldt voor zowel het onder 1 primair als het onder 2 tenlastegelegde medeplegen. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen significante bijdrage heeft geleverd aan de voorbereiding van de productie van amfetamine. Hij heeft enkel personen en goederen vervoerd naar het pand in [plaats] . Dit duidt op medeplichtigheid in plaats van medeplegen, aldus de raadsman.
Het onder 1 tenlastegelegde
Medeplegen
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medepleger kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
In navolging van de raadsman, stelt het hof vast dat uit de bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen, niet volgt dat verdachte zelf direct betrokken is geweest bij het produceren van amfetamine in de schuur in [plaats] . Uit de bewijsmiddelen volgt ook niet dat sprake was van een gezamenlijke uitvoering, door verdachte met een of meer anderen, van die productie.
Echter, ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de bewijsmiddelen leidt het hof met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde af dat hij meermalen medeverdachten en goederen – waaronder een ketel en ijzeren buizen – vanuit Noord-Brabant naar het pand en de schuur in [plaats] heeft vervoerd. Daarnaast heeft hij foto’s van het laboratorium verstuurd. Bovendien was hij in [plaats] aanwezig toen het incident in het laboratorium in [plaats] op 28 april 2020 plaatsvond, waarbij er door problemen met het kookproces veel rookvorming was en waarbij de rook over de weilanden trok. De productielocatie is toen halsoverkop verlaten. Verdachte wist wat er zich in het laboratorium in de schuur in [plaats] afspeelde.
Dit zijn gedragingen die volgens het hof ten aanzien van de onder 1 primair tenlastegelegde productie van amfetamine veel meer met medeplichtigheid in verband kunnen worden gebracht. Niet is gebleken van een rol voor verdachte bij het geheel die maakt dat zijn bijdrage van voldoende gewicht is om desondanks van een de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking bij het produceren van amfetamine te spreken.
Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen.
Medeplichtigheid
Vervolgens is het de vraag of de betrokkenheid van verdachte strafbare medeplichtigheid (onder 1 subsidiair) ten aanzien van het medeplegen van de productie van amfetamine oplevert.
Het hof stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op de behulpzaamheid zelf – in deze zaak het vervoeren van goederen – maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader(s) gepleegde misdrijf (het gronddelict), in deze zaak de productie van amfetamine.
Verdachte heeft verklaard op de zitting van het hof dat hij wetenschap had dat er amfetamine werd geproduceerd in de schuur in [plaats] . Verdachte werkte hier bewust aan mee. Het hof stelt dan ook vast dat verdachte het voor de medeplichtigheid tot die productie vereiste opzet had.
Het onder 2 tenlastegelegde
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde medeplegen van de voorbereiding van de productie van amfetamine, is het hof van oordeel dat verdachte medepleger was door het voorhanden hebben van voorwerpen en/of stoffen bestemd voor het voorbereiden van de productie van amfetamine. Door medeverdachten en goederen te vervoeren van en naar het laboratorium heeft verdachte een bijdrage geleverd die van voldoende gewicht is om van een de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten te spreken. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Conclusie hof onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde
Het hof acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid tot het medeplegen van de productie van amfetamine en het onder 2 tenlastegelegde medeplegen van de voorbereiding van de productie van amfetamine.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
subsidiair[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] en een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk (in een drugslaboratorium in een schuur gelegen aan de [adres] te [plaats] ) heeft bereid,
een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- een of meer goederen op te halen en/of te vervoeren ten behoeve van voornoemd drugslaboratorium te [plaats] , te weten een of meer(grote) ketel(s) en/of ijzeren buizen, en
- (voornoemde) goederen in voornoemd drugslaboratorium getild;
2.
hij in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (B), en/of
- vervaardigen (D),
van een hoeveelheid materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van die delicten,
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode en op voornoemde pleegplaats,
(LFO-rapport d.d. 12 oktober 2020. drugslaboratorium te [plaats] op 1 mei 2020)
- een (complete) laboratorium-opstelling / productieplaats (drugslaboratorium) opgezet, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of amfetamine (gereed om in gebruik te worden genomen), waarbij
x. reeds BMK was geproduceerd met behulp van de preprecursor MAPA, en
x. BMK was omgezet in N-formylamfetamine (in 12 liter sterk zure vloeistof) (L-22), en
x. de aangetroffen apparatuur geschikt was voor de productie van 275 tot 367 kilogram onversneden amfetamine pasta (per ketel en bij een vullingsgraad van 50%), en
- in dat drugslaboratorium (in ieder geval) de volgende voorwerpen/producten gebruikt en/of bereid en/of voorhanden gehad, te weten
x. (in totaal) circa 36 liter N-formylamfetamine (die na toevoeging van zoutzuur kon worden omgezet in circa 70 en 85 kilogram amfetamine), en
x. circa 180 liter zure (PH-3) vloeistof (L 2), en
x. circa 470 liter zuur afval, bevattende BMK (L-11), en
x. circa 237 kilo caustic soda (L-20), en
x. circa 240 liter, formamide (L29), en
x. circa 225 kilogram MAPA (L-32), en
x. meerdere blauwe klemdeksel vaten, inhoud 200 liter, elk gevuld met circa 60-70 liter (pH-14) loogoplossing die bestemd is voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven (A1), en
x. circa 100 liter zoutzuur (K1), en
x. circa 137 liter mierenzuur (O-2), en
x. diverse hardware, waaronder 46 maatbekers en 2 RVS reactieketels (inhoud 981 liter, waarvan één resten bevat van BMK (L9) en één resten bevat van N-formylamfetamine (op een zwak zure waterige vloeistof) (L2)) en 9 gasbranders en 10 rondbodemkolven en spiraalkoeiers en 25 propaan gasflessen en 10 brandersteunen en 30 klemdekselvaten (inhoud 200 liter) en/of lucht- en waterslangen en 3 RVS koelers en stoomgenerator (inhoud 292 liter) en stoomgenerator (inhoud 362 liter) en een destillatieketel (inhoud 227 liter) en 2 IBC’s (inhoud 1.000 liter) en jerrycans, en
x. een Gardena vierwegverdeler en slangklemmen (afkomstig van de Gamma en gebruikt in het drugslaboratorium), en
(overige handelingen)
- goederen opgehaald en/of vervoerd ten behoeve van voornoemd drugslaboratorium te [plaats] , te weten een ketel en ijzeren buizen, en
- de goederen in voornoemd drugslaboratorium getild.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde levert op:

de eendaadse samenloop van:

medeplichtigheid tot medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod

en

medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is medeplichtig geweest aan het medeplegen van de productie van amfetamine en schuldig aan het medeplegen van het voorbereiden van de productie van amfetamine. Hij heeft medeverdachten en goederen vervoerd naar [plaats] . Ook al zag verdachte in dergelijk handelen geen kwaad, toch droeg hij hiermee in belangrijke mate bij aan het logistieke proces van de (voorbereiding van de) productie van amfetamine. Een dergelijke faciliterende handelwijze heeft een bijzonder ontwrichtende en ondermijnende werking op de samenleving.
Het produceren van amfetamine is een zeer ernstig strafbaar feit. De opslag van chemicaliën ten behoeve van deze productie en de uiteindelijke productie van synthetische drugs, zoals de harddrug amfetamine, brengen ernstige gevaren met zich mee. Zo bestaat er gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Het hof wijst hierbij in het bijzonder op de in het dossier omschreven situatie op 28 april 2020, waarbij er paniek uitbrak in het drugslaboratorium in [plaats] . Door problemen met het kookproces trok er rook over de weilanden. Verdachte en twee medeverdachten hebben de productielocatie halsoverkop verlaten. Zij zijn teruggegaan naar hun woonplaatsen in het zuiden van het land, zonder zich te bekommeren om de eventuele gevolgen van de wolk met mogelijk gevaarlijke stoffen die over de weilanden trok. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat zeer schadelijk is voor het milieu. Voorts leveren harddrugs voor gebruikers ernstige gezondheidsrisico’s op. Ook gaat de productie van en de handel in harddrugs gepaard met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit. Met de productie van en de handel in harddrugs wordt snel en veel geld verdiend.
Verdachte heeft zich totaal niet bekommerd om de risico's voor omwonenden en de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu.
Bij het bepalen van de straf weegt het hof mee dat, zoals blijkt uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 juni 2022, verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het overtreden van de Opiumwet en andersoortige strafbare feiten. Nu deze veroordelingen niet van recente datum zijn, neemt het hof deze veroordelingen niet mee bij de strafoplegging.
Het hof houdt bij de strafoplegging tevens rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals door de verdachte en zijn raadsman naar voren gebracht ter terechtzitting van het hof. Verdachte heeft op zitting van het hof naar voren gebracht verantwoordelijkheid te willen nemen voor zijn handelingen en daarvan de strafwaardigheid in te zien. Verdachte werkt in de aanleg van glasvezel en heeft zijn schulden inmiddels afbetaald.
Verder heeft het hof gelet op de inhoud van de reclasseringsrapportages van 11 maart 2021 en 2 juni 2022. Vanwege de zorgen die de reclassering beschrijft op het gebied van sociaal netwerk, psychosociaal functioneren en houding, adviseert de reclassering in het rapport van 2 juni 2022 om als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting en contactverbod met de medeverdachten aan een eventueel op te leggen voorwaardelijke straf te verbinden. Verdachte zou in de periode voorafgaand aan en ten tijde van de strafbare feiten in deze zaak psychische klachten hebben gehad waardoor hij naar eigen zeggen niet goed en helder kon nadenken. Hij had slaapproblemen en hoorde stemmen in zijn hoofd. Verdachte is momenteel in behandeling bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek. Op de zitting van het hof verklaarde verdachte hierover dat hij baat heeft bij deze behandeling, dat hij geen medicatie meer hoeft te gebruiken en dat hij geen last meer heeft van slaapproblemen en stemmen in zijn hoofd.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en met aftrek van het door verdachte ondergane voorarrest, passend en geboden. Dat deze straf van kortere duur is dan door de rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd, is gelegen in de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het feit dat het hof verdachte bij het onder 1 tenlastegelegde verdachte vrijspreekt van het primair tenlastegelegde medeplegen en tot een bewezenverklaring komt van de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid. Verdachte heeft het onvoorwaardelijke gedeelte van deze straf inmiddels in voorarrest uitgezeten. Deze straf biedt verdachte aldus de mogelijkheid de door hem – positief – ingeslagen weg voort te zetten. Het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf dient tevens als stok achter de deur, om te voorkomen dat verdachte zich in de toekomst nogmaals schuldig maakt aan een (soortgelijk) strafbaar feit.
De raadsman van verdachte heeft het hof verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte die loopt tot de einduitspraak in hoger beroep om te zetten in een schorsing zonder eindtermijn. Het hof heft in dit arrest het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 48, 49 en 55 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • de veroordeelde verplicht is zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd te melden bij Reclassering Nederland, Advies- en Toezichtunit [plaats] , locatie [locatie] op het adres [adres] [plaats] . Veroordeelde blijft zich gedurende de gehele proeftijd melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal blijven stellen van de Forensisch Psychiatrische Polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling, indien en voor zover de zorgverlener dit nodig vindt;
  • dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is op welke wijze dan ook – direct of indirect – contact met medeverdachten [medeverdachte 1] (geboren [geboortedag] 1988 te [plaats] ), [medeverdachte 2] (geboren: [geboortedag] 1999 te [plaats] ), [medeverdachte 3] (geboren: [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] , België), [medeverdachte 4] (geboren: [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] , Turkije) en [medeverdachte 5] (geboren: [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats] ).
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
De voorlopige hechtenis
Heft op het geschorste, tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. M.C. Fuhler, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. A.H. toe Laer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Diender, griffier,
en op 3 augustus 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.