3.8[appellant] heeft een contra-expertise gevraagd van mr. dr. [de deskundige2] ( [de deskundige2] Legal Consultancy). Deze deskundige komt tot de conclusie dat door [de deskundige1] niet is onderbouwd (en dat zelfs onjuist is) dat [appellant] teveel grond als asbesthoudend heeft afgevoerd. Kort gezegd baseert zij dat op het volgende:
[de deskundige1] onderbouwt niet waarom [appellant] had moeten weten dat hij niet meer dan maximaal 5 cm van de toplaag af had mogen graven en dat het anders een bodemsanering zou zijn geweest. Het begrip ‘Toplaag’ is een term waar in de asbestregelgeving geen eenduidige definitie van te vinden is. Het gaat erom dat het asbest uit het bovenste deel van de bodem wordt verwijderd, zonder dat de bodem op normaliter ongestoorde diepte wordt verstoord. In die zin kan de toplaag worden uitgelegd als de bovenste bodemlaag waarmee mens en dier in contact kunnen komen bij normaal bodemgebruik. Onder omstandigheden zou dit beduidend dieper dan 5 cm onder het maaiveld kunnen zijn.
De vordering van [appellant] is in overeenstemming hiermee gebaseerd op het afschrapen van (overwegend) slechts 5 cm grond. Het ligt niet voor de hand dat hij zichzelf met een factor 10 tekort doet. Dit volgt ook uit de berekening die op grond van de beschikbare gegevens kan worden gemaakt. Daaruit blijkt dat in totaal bijna 67 ton grond is afgevoerd. De stortbonnen komen uit op ruim 65 ton. Het verschil zit in de schatting van het verhoogde percentage van 15% vanwege de vervuiling van de grond met allerlei asbesthoudende sloopresten: een aanpassing van 14% in plaats van 15% geeft al een resultaat van 65.366 kilo.
Dat, op een verantwoorde uitzondering na (mest, ingereden asbest), daadwerkelijk slechts 5 cm diep is gegraven, is bevestigd door [naam2] (graafmachinist), [naam3] (toezichthouder asbest en Coördinator Asbest van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe) en [naam4] (gecertificeerd laborant Emmtec).
De berekening van [de deskundige1]
kanook niet juist zijn, omdat hij daarin het afgevoerde puin, mest, begroeiing en bouwmateriaal buiten beschouwing heeft gelaten. Hij heeft niet geschreven dat hij het terrein heeft bezocht en met eigen ogen een diepteverschil van een halve meter heeft geconstateerd, of wellicht een zandsuppletie.
Handpicking als alternatief was niet mogelijk en zou ook duurder zijn geweest.