Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 21 februari 2022. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar verlengd. Het hof heeft de zaak behandeld met inachtneming van de stukken en de zitting van 7 juli 2022, waar de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. B.H.J. van Rhijn, aanwezig waren, evenals de advocaat-generaal, mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.
De terbeschikkinggestelde heeft in zijn beroep niet de verlenging van de verpleging van overheidswege betwist, maar wel de duur van de verlenging. Hij heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt en verblijft sinds maart 2022 in een forensisch psychiatrische kliniek. De raadsman heeft verzocht om de verlenging te beperken tot één jaar, om de voortgang van het traject te waarborgen en de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden. De advocaat-generaal heeft echter geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank, omdat de problematiek en het recidivegevaar nog steeds aanwezig zijn.
Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist en heeft de beslissing bevestigd, met aanvulling en verbetering van gronden. Het hof heeft vastgesteld dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd is, omdat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zullen nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van één jaar. Het hof heeft ook overwogen dat de algemene veiligheid van goederen geen grond voor verlenging kan zijn, gezien de lange duur van de terbeschikkingstelling. De beslissing van de rechtbank is dus bevestigd, met de nodige aanpassingen.