In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas, heeft hoger beroep ingesteld tegen een sanctie van € 140,- die was opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring op de Donaulaan in Purmerend op 27 december 2019. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de sanctie was opgelegd door een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) die niet bevoegd was om deze sanctie op te leggen, omdat de geslotenverklaring niet was ingesteld met het doel van leefbaarheid of het tegengaan van overlast. Het hof oordeelt dat de feitcode R550b, die oorspronkelijk was toegepast, niet correct was en wijzigt deze naar feitcode R550a, met een lager sanctiebedrag van € 95,-.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de betrokkene in het gelijk is gesteld en dat de proceskosten voor rechtsbijstand dienen te worden vergoed. Het hof heeft de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten tot een bedrag van € 1.232,38. De beslissing van de kantonrechter is vernietigd en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie is gedeeltelijk gegrond verklaard.