In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de wijziging van de zorg- en opvoedingstaken van de ouders van een minderjarige, geboren in 2010. De moeder en de vader zijn in een geschil verwikkeld over de verdeling van de zorg voor hun dochter, die bij de vader woont. De rechtbank Midden-Nederland had eerder een voorlopige zorgregeling vastgesteld, maar de moeder is in hoger beroep gegaan tegen de bestreden beschikking van 2 november 2021, waarin de zorgregeling was gewijzigd. De moeder verzoekt om een co-ouderschapsregeling waarbij de minderjarige om en om bij beide ouders verblijft, terwijl de vader verweer voert en in incidenteel hoger beroep vraagt om een wijziging van de zorgregeling op dinsdag.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2022 zijn beide ouders en hun advocaten aanwezig. Het hof heeft de wens van de minderjarige, die meer tijd bij haar vader wil doorbrengen, meegewogen, maar ook de loyaliteitsproblematiek die hierbij komt kijken. Het hof oordeelt dat de ouders samen verantwoordelijk zijn voor de situatie van de minderjarige en dat zij moeten leren om hun dochter uit hun strijd te halen. Het hof besluit uiteindelijk de bestreden beschikking te vernietigen en een nieuwe regeling vast te stellen waarbij de minderjarige een aaneengesloten week bij de moeder en een aaneengesloten week bij de vader verblijft, met een wisselmoment op zondagavond om 19.00 uur. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.