Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van [verzoeker] tot ontslag van zijn bewindvoerder en mentor, [verweerder]. Het hof verwijst naar de eerdere beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, die op 14 februari 2022 de verzoeken van [verzoeker] had afgewezen. [verzoeker] had verzocht om [verweerder] te ontslaan als bewindvoerder en mentor, en om [naam4] en [naam2] aan te stellen als respectievelijk nieuwe bewindvoerder en mentor. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij alle belanghebbenden de gelegenheid kregen om hun standpunten toe te lichten.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen gewichtige redenen zijn om [verweerder] te ontslaan. De argumenten van [verzoeker] dat de afdoening in eerste aanleg niet correct was en dat niet alle belanghebbenden waren gehoord, zijn door het hof als niet doorslaggevend beoordeeld. Het hof concludeert dat de belangen van [verzoeker] goed worden behartigd door [verweerder] en dat er geen concrete bezwaren zijn tegen zijn functioneren. De betrokkenheid van de familie van [verzoeker] is erkend, maar dit leidt niet tot de conclusie dat de huidige bewindvoerder en mentor niet geschikt zijn. Het hof heeft daarom de bestreden beschikkingen bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd.