ECLI:NL:GHARL:2022:8792

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
P21/0332
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en de noodzaak van een zorgconferentie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 27 september 2021, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1986 en verblijvende in FPC De Rooyse Wissel, heeft een geschiedenis van ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en poging tot zware mishandeling. Het hof heeft vastgesteld dat er een impasse is ontstaan in de behandeling van de terbeschikkinggestelde, die niet gemotiveerd is voor behandeling en geen medewerking verleent aan het resocialisatietraject. De externe rapporteurs hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen om de voortgang van de resocialisatie te kunnen volgen. Het hof heeft benadrukt dat er voorafgaand aan de volgende verlengingszitting een zorgconferentie moet plaatsvinden, waarbij externe rapporteurs aanwezig zijn, om te komen tot een veilig en verantwoord resocialisatieplan. Het hof heeft de verlenging met één jaar gerechtvaardigd om de ontwikkelingen in de kliniek op een kortere termijn te kunnen toetsen, maar waarschuwt dat dit niet betekent dat er na dit jaar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te verwachten is.

Uitspraak

TBS P21/0332
Beslissing d.d. 17 februari 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Rooyse Wissel te Oostrum.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 27 september 2021. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en afwijzing van het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en verder op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 30 september 2021;
- de aanvullende informatie van FPC De Rooyse Wissel van 29 december 2021;
- de wettelijke aantekeningen van 22 september 2021 tot en met 13 januari 2022.
Het hof heeft ter zitting van 3 februari 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Haarlem, en de advocaat-generaal mr. W.C.J. Stienen.
Het hof heeft tevens ter zitting als deskundige gehoord drs. A.J. Klumpenaar, psycholoog.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Sinds de overplaatsing van de terbeschikkinggestelde is er sprake van een status quo hetgeen door de externe deskundigen is voorspeld. De nieuwe kliniek wacht op een veranderende houding van de terbeschikkinggestelde, terwijl op basis van de ernst van de problematiek het niet de verwachting is dat de terbeschikkinggestelde zich in een andere kliniek meer meewerkend zal opstellen. Zicht op een doorbraak in deze patstelling is er evenmin. Daardoor dreigt opnieuw een langdurige intramurale periode. Duidelijk is dat de koers van de kliniek afwijkt van de externe rapporteurs. Volgens deze deskundigen bestaan er mogelijkheden om de terbeschikkinggestelde geleidelijk verder te resocialiseren, waarbij hij in kleine stappen steeds meer vrijheden krijgt. In dat kader heeft de raadsman verzocht de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Het is wenselijk dat aan de adviezen van de rapporteurs gevolg wordt gegeven en dat het traject wat zij voor ogen hebben, voortzetting van het resocialisatietraject en het toewerken naar op termijn een verblijf in een 24-uursvoorzining, wordt uitgevoerd. Daarbij is het van belang dat de rechtbank op korte termijn bij de volgende verlengingszitting hierover geïnformeerd kan worden.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Gelet op de ernst van de stoornis, het gegeven dat het recidivegevaar bij een beëindiging van de verpleging van overheidswege als hoog wordt ingeschat en het gegeven dat de terbeschikkinggestelde nog zorg en begeleiding nodig heeft, is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. Beide externe rapporteurs hebben een verlenging voor de duur van een jaar geadviseerd om de rechtbank de mogelijkheid te bieden om de voortgang van het resocialisatietraject te volgen. De kliniek geeft aan dat de terbeschikkinggestelde niet gemotiveerd is voor behandeling. Om de huidige impasse te doorbreken dient de kliniek, volgens de deskundige Klumpenaar, echter stappen te nemen op het gebied van vrijheden en resocialisatie om de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden. De advocaat-generaal heeft daarom geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van een jaar. Voorts acht de advocaat-generaal het wenselijk dat door de kliniek op korte termijn een zorgconferentie wordt gepland om te bekijken of de huidige impasse doorbroken kan worden.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt op de vordering van officier van justitie, strekkende tot de verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van twee jaar.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van het hof Den Haag van 19 maart 2013 is veroordeeld voor:
- verkrachting, meermalen gepleegd;
- met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft
bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
- poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met verkrachting, meermalen gepleegd.
Het hof heeft in het genoemde arrest vastgesteld dat dit misdrijven betreffen die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline trekken. Tevens is er sprake van zwakbegaafdheid. Het recidiverisico in geval van een beëindiging van de verpleging van overheidswege is hoog.
Verlenging
Naar het oordeel van het hof eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel.
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval echter reden om van dit uitgangspunt af te wijken.
Volgens psychiater De Kom was overplaatsing van de terbeschikkinggestelde naar een andere kliniek niet noodzakelijk vanuit het oogpunt van risicomanagement. Ook om redenen van behandeling achtte De Kom overplaatsing niet noodzakelijk omdat niet te verwachten viel dat de terbeschikkinggestelde zich in een volgende kliniek meer zou openstellen voor het verder bespreken van delicten en seksualiteit. Zijn neiging tot externalisatie en zijn afweer door loochening en projectie, verhinderen dat. De Kom heeft geadviseerd de verpleging van overheidswege met een jaar te verlengen, niet omdat er na dat jaar voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te verwachten is, maar om de rechtbank de mogelijkheid te bieden om de voortgang van de resocialisatie te volgen. Bij de rechtbank heeft De Kom zich onthouden van advies wat betreft de termijn waarmee de maatregel verlengd zou moeten worden omdat de terbeschikkinggestelde inmiddels was overgeplaatst naar de huidige kliniek.
Ook volgens psycholoog Klumpenaar was overplaatsing van de terbeschikkinggestelde naar een andere kliniek niet noodzakelijk. In het geval dat de kliniek echt geen mogelijkheden voor verdere stappen in het traject zag, was het in ieder geval van belang dat de vervolg-instelling vrij snel stappen op het gebied van vrijheden en resocialisatie zou nemen. Volgens Klumpenaar zijn er mogelijkheden om de terbeschikkinggestelde geleidelijk verder te
resocialiseren, waarbij hij in kleine stappen steeds meer vrijheden krijgt. Klumpenaar heeft geadviseerd de verpleging van overheidswege met een jaar te verlengen, ongeacht of er wel of niet sprake zou zijn van overplaatsing. Niet omdat er na dat jaar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te verwachten is, maar om de vinger aan de pols te houden omdat de terbeschikkinggestelde op een belangrijk punt in zijn traject staat en er vanuit risico-oogpunt geen redenen zijn om een geleidelijke resocialisatie te discontinueren. Voorkomen dient te worden dat de terbeschikkinggestelde opnieuw eerst jarenlang intramuraal verblijft voordat er resocialisatiestappen worden gezet.
Ter zitting van het hof heeft Klumpenaar zijn eerdere advies gehandhaafd. Volgens hem is de terbeschikkinggestelde gebaat bij een duidelijke en concrete bejegening die mild en op samenwerking is gericht. De terbeschikkinggestelde moet perspectief geboden worden. Voor de voortgang van het traject is het daarom van belang dat de kliniek binnen een jaar tot een te volgen beleid komt. Een zorgconferentie kan helpen om de ontstane patstelling te doorbreken. Ook een gesprek tussen de kliniek en de externe rapporteurs kan een mogelijkheid zijn om uit de ontstane impasse te komen, aldus Klumpenaar.
De rechtbank heeft in de beslissing waarvan beroep overwogen dat de verwachting is dat, nu de terbeschikkinggestelde nog maar kort in de huidige kliniek is geplaatst, hij geen verlofmachtiging heeft en er nog moet worden bezien hoe zijn resocialisatie - die in de vorige kliniek tot stilstand was gekomen- zich (verder) ontwikkelt, een en ander meer tijd in beslag neemt dan de tijd die resteert bij de verlenging met een jaar. De rechtbank heeft vervolgens de maatregel verlengd met twee jaar.
Uit de aanvullende informatie van de huidige kliniek volgt dat de terbeschikkinggestelde niet gemotiveerd is voor behandeling. Hij wil daar niet aan meewerken omdat hij vindt dat hij alles al heeft gedaan in de vorige kliniek. Ook is er nog geen overeenstemming over de koers en de mate van begeleiding die de terbeschikkinggestelde naar inzicht van het behandelteam nodig heeft. De kliniek heeft het advies gehandhaafd om de maatregel met twee jaar te verlengen.
Het hof stelt vast dat er sprake is van een impasse. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof in het belang van de terbeschikkinggestelde de maatregel op dit moment verlengen met één jaar om zo de ontwikkelingen met betrekking tot de koers van de kliniek op een kortere termijn te kunnen toetsen. Het hof acht het daarbij van belang dat voorafgaand aan de volgende verlengingszitting een overleg plaatsvindt, zo mogelijk in de vorm van een zorgconferentie, waarbij in ieder geval de externe rapporteurs aanwezig zijn en met als doel te komen tot een veilig en verantwoord (resocialisatie)plan.
Het hof merkt hierbij op dat aan de verlenging met een jaar niet de verwachting mag worden ontleend dat na verloop van dit jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd of de terbeschikkingstelling slechts met een jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Rotterdam van 27 september 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland als voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M.E. van Wees als raadsheren,
en drs. A. Vissers en dr. R.A. Graaff als raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 17 februari 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.