ECLI:NL:GHARL:2022:911

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
8 februari 2022
Zaaknummer
21-002188-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake onderzoekswensen in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Noord-Nederland

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 februari 2022 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1985 en thans verblijvende in een penitentiaire inrichting. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2021. Tijdens de zitting op 25 januari 2022 heeft het hof de verzoeken van de verdediging om getuigen en deskundigen te horen besproken. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.G. Eckhardt en mr. J. van Wijk, heeft verzocht om het horen van veertien getuigen en het benoemen van deskundigen voor contra-expertise. De advocaat-generaal heeft op deze verzoeken gereageerd en zich niet verzet tegen het horen van de meeste getuigen, maar heeft de verzoeken om contra-expertise afgewezen, omdat de noodzaak daartoe niet is aangetoond. Het hof heeft besloten om de verzoeken tot het horen van getuigen toe te wijzen, met uitzondering van enkele specifieke getuigen. Het verzoek om contra-expertise is afgewezen, omdat het hof geen noodzaak heeft gezien voor nader onderzoek. Het hof heeft ook besloten dat het bibliotheekdossier aan de raadsman moet worden verstrekt voor een vollediger onderzoek. De zaak is heropend en het hof heeft bepaald dat het onderzoek binnen drie maanden moet worden hervat.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002188-21
Uitspraak d.d.: 8 februari 2022
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2021 met parketnummer 18-116224-20 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
ingeschreven te [woonplaats] , [adres] ,
thans verblijvende in PI [naam instelling] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 januari 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden, mr. M.G. Eckhardt en mr. J. van Wijk, naar voren is gebracht.
Verzoeken van de verdediging
Mr. Eckhardt heeft bij appelschriftuur van 19 mei 2021 verzocht om:
I het horen van veertien getuigen bij de raadsheer-commissaris;
II het benoemen van een deskundige op het gebied van microvezels (glas), bij voorkeur [naam deskundige 1] , voor het opstellen van een contra-expertise onderzoek;
III het benoemen van een deskundige op het gebied van brandtechnisch onderzoek, bij voorkeur [naam deskundige 2] , voor het opstellen van een contra-expertise onderzoek;
IV de verstrekking van het bibliotheekdossier.
Ter terechtzitting van 25 januari 2022 heeft de verdediging de verzoeken gehandhaafd en nader toegelicht. Door mr. Eckhardt is daarbij ten aanzien van de verzoeken om contra-expertise onderzoek nog aangevoerd dat eventueel ook onderzoek kan worden gedaan op basis van de uitgebrachte NFI-rapporten. De verdediging wil kunnen controleren of de bevindingen en conclusies in die rapporten kloppen. Tot slot is aanvullend verzocht om het (vervolgens) ter zitting horen van de NFI-deskundigen en de deskundigen die de contra-expertise rapporten gaan opstellen.
Het horen van de volgende getuigen is verzocht:
1. [naam 1]
2. [naam 2]
3. [naam deskundige 3] , NFI-deskundige
4. [naam deskundige 4] , NFI-deskundige
5. [naam 3]
6. [naam 4]
7. [naam 5]
8. [naam 6]
9. [naam 7]
10. [naam 8]
11. [naam 9]
12. [naam 10]
13. [naam 11]
14. [naam 12]
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft op 15 december 2021 schriftelijk gereageerd op de verzoeken van de raadsman. Ter zitting van 25 januari 2022 heeft de advocaat-generaal zijn standpunt gehandhaafd, inhoudende:
ten aanzien van verzoek I
De advocaat-generaal verzet zich niet tegen toewijzing van het verzoek tot het horen van de getuigen, met uitzondering van de getuigen 2, 3 en 4. Ten aanzien van de getuigen 3 en 4 verzet de advocaat-generaal zich niet tegen het schriftelijk stellen van vragen aan de deskundigen.
ten aanzien van verzoek II en III
De verzoeken tot het verrichten van contra-expertise moeten worden afgewezen, nu de noodzaak daartoe niet is gebleken. De advocaat-generaal ziet geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de onderzoeksmethoden van het NFI te twijfelen en de wijze waarop de onderzoeksresultaten geïnterpreteerd zijn. De onderzoeksresultaten van het NFI zijn door de verdediging niet gemotiveerd betwist en het verzoek is onvoldoende concreet onderbouwd.
ten aanzien van verzoek IV
Het verzoek is onvoldoende onderbouwd. De advocaat-generaal ziet geen aanwijzingen om aan te nemen dat relevante informatie buiten het verstrekte dossier is gehouden.
Oordeel van het hof
Op 6 mei 2021 is door verdachte appel tegen het vonnis ingesteld. De verzoeken zijn bij appelschriftuur van 19 mei 2021 - derhalve binnen 14 dagen na het instellen van het hoger beroep - ingediend.
Horen van getuigen
Het hof – toetsend aan het verdedigingscriterium – wijst het verzoek tot het horen van alle door de verdediging opgegeven getuigen toe. Het hof acht het gelet op de Keskin-jurisprudentie in het belang van de verdediging om de gevraagde getuigen te (doen) horen. Dit geldt ook voor de deskundigen [naam deskundige 3] en [naam deskundige 4] , nu de inhoud van hun rapporten door de rechtbank voor het bewijs is gebruikt en de verdediging niet eerder in de gelegenheid is geweest de deskundigen te bevragen.
Het hof acht het wenselijk dat de getuigen en deskundigen zullen worden gehoord door de (al dan niet gedelegeerde) raadsheer-commissaris. De zaak zal voor de uitvoering hiervan worden verwezen naar het kabinet van de raadsheer-commissaris.
Contra-expertise onderzoeken
Op het verzoek om contra-expertise onderzoeken is het noodzaakcriterium van toepassing. Dit verzoek wordt afgewezen, nu de noodzaak daartoe niet is gebleken. Evenals de advocaat-generaal ziet het hof in hetgeen is aangevoerd geen noodzaak tot nader onderzoek.
Gelet op deze beslissing wordt ook het aanvullende verzoek tot het horen van alle deskundigen ter zitting afgewezen.
Verstrekking van het bibliotheekdossier
Het verzoek tot het verstrekken van het bibliotheekdossier aan de raadsman wordt toegewezen. Het hof acht het in deze zaak in het kader van de volledigheid van het onderzoek van belang dat de raadsman kennis kan nemen van deze stukken.
Het hof bepaalt dat de advocaat-generaal het bibliotheekdossier aan de raadsman zal verstrekken en dat dit dossier op vergelijkbare wijze aan het hofdossier zal worden toegevoegd.
Ambtshalve beslissing
Het hof acht het wenselijk dat verbalisanten [naam 13] en [naam 14] , beiden hoofdagent, als getuigen worden gehoord. Deze getuigen hebben verdachte aangehouden en daarbij (kort) met hem gesproken. Het hof acht het wenselijk dat aan deze getuigen nadere vragen kunnen worden gesteld over dit eerste contact met verdachte.
Heropening
Gezien het voorgaande, wordt het onderzoek heropend, zoals ook ter zitting is besproken. Om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.
BESLISSING
Het hof:
Heropent het onderzoek.
Stelt de stukken in handen van de (al dan niet gedelegeerd)
raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde
als getuigen te horen:

1.[naam 1] ,

geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
2.
[naam 2],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
5.
[naam 3],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
6.
[naam 4], (wijk)agent, [nummer]
7.
[naam 5],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
8.
[naam deskundige 4],
Adres onbekend. [telefoonnummer]
9.
[naam 7],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
10.
[naam 8],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
11.
[naam 9],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
12.
[naam 10],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
13.
[naam 11],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
14.
[naam 12],
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres] , [woonplaats]
15.
[naam 13], hoofdagent van politie, [nummer]
15.
[naam 14], hoofdagent van politie, [nummer]
als deskundigen te horen:

3.[naam deskundige 3] , NFI-deskundige

4.
[naam deskundige 4], NFI-deskundige
Beveelt dat
het bibliotheekdossieraan de raadsman en het hof wordt verstrekt. Het hof verzoekt de
advocaat-generaalhiervoor zorg te dragen.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden
hervattegen een nog nader te bepalen terechtzitting, uiterlijk binnen drie maanden.
Beveelt de
oproepingvan de
verdachtetegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de
raadsliedenvan verdachte en aan de
benadeelde partijen.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 8 februari 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.