Parketnummer: 21-002188-21
Uitspraak d.d.: 8 februari 2022
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2021 met parketnummer 18-116224-20 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
ingeschreven te [woonplaats] , [adres] ,
thans verblijvende in PI [naam instelling] .
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 januari 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden, mr. M.G. Eckhardt en mr. J. van Wijk, naar voren is gebracht.
Verzoeken van de verdediging
Mr. Eckhardt heeft bij appelschriftuur van 19 mei 2021 verzocht om:
I het horen van veertien getuigen bij de raadsheer-commissaris;
II het benoemen van een deskundige op het gebied van microvezels (glas), bij voorkeur [naam deskundige 1] , voor het opstellen van een contra-expertise onderzoek;
III het benoemen van een deskundige op het gebied van brandtechnisch onderzoek, bij voorkeur [naam deskundige 2] , voor het opstellen van een contra-expertise onderzoek;
IV de verstrekking van het bibliotheekdossier.
Ter terechtzitting van 25 januari 2022 heeft de verdediging de verzoeken gehandhaafd en nader toegelicht. Door mr. Eckhardt is daarbij ten aanzien van de verzoeken om contra-expertise onderzoek nog aangevoerd dat eventueel ook onderzoek kan worden gedaan op basis van de uitgebrachte NFI-rapporten. De verdediging wil kunnen controleren of de bevindingen en conclusies in die rapporten kloppen. Tot slot is aanvullend verzocht om het (vervolgens) ter zitting horen van de NFI-deskundigen en de deskundigen die de contra-expertise rapporten gaan opstellen.
Het horen van de volgende getuigen is verzocht:
1. [naam 1]
2. [naam 2]
3. [naam deskundige 3] , NFI-deskundige
4. [naam deskundige 4] , NFI-deskundige
5. [naam 3]
6. [naam 4]
7. [naam 5]
8. [naam 6]
9. [naam 7]
10. [naam 8]
11. [naam 9]
12. [naam 10]
13. [naam 11]
14. [naam 12]
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft op 15 december 2021 schriftelijk gereageerd op de verzoeken van de raadsman. Ter zitting van 25 januari 2022 heeft de advocaat-generaal zijn standpunt gehandhaafd, inhoudende:
ten aanzien van verzoek I
De advocaat-generaal verzet zich niet tegen toewijzing van het verzoek tot het horen van de getuigen, met uitzondering van de getuigen 2, 3 en 4. Ten aanzien van de getuigen 3 en 4 verzet de advocaat-generaal zich niet tegen het schriftelijk stellen van vragen aan de deskundigen.
ten aanzien van verzoek II en III
De verzoeken tot het verrichten van contra-expertise moeten worden afgewezen, nu de noodzaak daartoe niet is gebleken. De advocaat-generaal ziet geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de onderzoeksmethoden van het NFI te twijfelen en de wijze waarop de onderzoeksresultaten geïnterpreteerd zijn. De onderzoeksresultaten van het NFI zijn door de verdediging niet gemotiveerd betwist en het verzoek is onvoldoende concreet onderbouwd.
ten aanzien van verzoek IV
Het verzoek is onvoldoende onderbouwd. De advocaat-generaal ziet geen aanwijzingen om aan te nemen dat relevante informatie buiten het verstrekte dossier is gehouden.
Op 6 mei 2021 is door verdachte appel tegen het vonnis ingesteld. De verzoeken zijn bij appelschriftuur van 19 mei 2021 - derhalve binnen 14 dagen na het instellen van het hoger beroep - ingediend.
Horen van getuigen
Het hof – toetsend aan het verdedigingscriterium – wijst het verzoek tot het horen van alle door de verdediging opgegeven getuigen toe. Het hof acht het gelet op de Keskin-jurisprudentie in het belang van de verdediging om de gevraagde getuigen te (doen) horen. Dit geldt ook voor de deskundigen [naam deskundige 3] en [naam deskundige 4] , nu de inhoud van hun rapporten door de rechtbank voor het bewijs is gebruikt en de verdediging niet eerder in de gelegenheid is geweest de deskundigen te bevragen.
Het hof acht het wenselijk dat de getuigen en deskundigen zullen worden gehoord door de (al dan niet gedelegeerde) raadsheer-commissaris. De zaak zal voor de uitvoering hiervan worden verwezen naar het kabinet van de raadsheer-commissaris.
Contra-expertise onderzoeken
Op het verzoek om contra-expertise onderzoeken is het noodzaakcriterium van toepassing. Dit verzoek wordt afgewezen, nu de noodzaak daartoe niet is gebleken. Evenals de advocaat-generaal ziet het hof in hetgeen is aangevoerd geen noodzaak tot nader onderzoek.
Gelet op deze beslissing wordt ook het aanvullende verzoek tot het horen van alle deskundigen ter zitting afgewezen.
Verstrekking van het bibliotheekdossier
Het verzoek tot het verstrekken van het bibliotheekdossier aan de raadsman wordt toegewezen. Het hof acht het in deze zaak in het kader van de volledigheid van het onderzoek van belang dat de raadsman kennis kan nemen van deze stukken.
Het hof bepaalt dat de advocaat-generaal het bibliotheekdossier aan de raadsman zal verstrekken en dat dit dossier op vergelijkbare wijze aan het hofdossier zal worden toegevoegd.
Ambtshalve beslissing
Het hof acht het wenselijk dat verbalisanten [naam 13] en [naam 14] , beiden hoofdagent, als getuigen worden gehoord. Deze getuigen hebben verdachte aangehouden en daarbij (kort) met hem gesproken. Het hof acht het wenselijk dat aan deze getuigen nadere vragen kunnen worden gesteld over dit eerste contact met verdachte.
Gezien het voorgaande, wordt het onderzoek heropend, zoals ook ter zitting is besproken. Om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.
Stelt de stukken in handen van de (al dan niet gedelegeerd)
raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde