In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie na echtscheiding. De man en de vrouw zijn in 2016 in Tunesië getrouwd en hebben samen een dochter, terwijl de man ook twee kinderen uit een eerder huwelijk heeft. De rechtbank Overijssel had in een eerdere beschikking bepaald dat de man € 931,- per maand aan de vrouw moest betalen als bijdrage in haar levensonderhoud. De man is in hoger beroep gegaan, waarbij hij vier grieven heeft ingediend, die onder andere betrekking hebben op de behoefte van de vrouw en zijn eigen draagkracht. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep twee grieven ingediend, waarbij zij onder andere vraagt om een verhoging van de alimentatie en een terugbetaling van belastingteruggave.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof oordeelt dat de vrouw, gezien haar zorg voor hun dochter met een beperking en haar huidige situatie, niet in staat is om volledig in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De man heeft zijn inkomen door privéomstandigheden zien dalen, maar het hof oordeelt dat dit niet aan hem kan worden verweten. Uiteindelijk heeft het hof de alimentatie verlaagd naar € 311,- per maand, met ingang van de datum van echtscheiding, en de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de alimentatie. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.