Uitspraak
[voor- en achternamen verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Aanvulling van gronden met betrekking tot het bewijsoordeel
- verdachte zou een geldbedrag van € 30.000,- ophalen voor iemand waarvan hij wist dat die in de criminaliteit zat. Verdachte moest het geld ophalen omdat de opdrachtgever 'het niet vertrouwde';
- verdachte moest dit geld ’s avonds laat ophalen op een parkeerterrein van een hotel;
- verdachte zou voor het ophalen van het geldbedrag een – volgens de advocaat-generaal royale – vergoeding krijgen van € 3.000,-;
- verdachte heeft zijn eigen telefoon niet meegenomen, volgens de advocaat-generaal mocht verdachte dat niet van zijn opdrachtgever;
- verdachte zou het geld uit een niet afgesloten auto hebben moeten pakken; en
- na het bemachtigen van het geld zou verdachte een hotelkamer moeten boeken en daar moeten wachten op zijn opdrachtgever.
- dat de persoon voor wie verdachte het geldbedrag zou ophalen volgens verdachte 'geen kleine jongen' is. De advocaat-generaal heeft daarbij verwezen naar het telefoongesprek waarin verdachte tegen de heer [naam slachtoffer] zegt dat hij
- dat verdachte in 2016 eerder met [naam medeverdachte 1] betrokken is geweest bij een incident waarover de politie heeft geverbaliseerd en waarbij verdachte ook op verzoek van [naam medeverdachte 1] bij anderen geld zou gaan ophalen.
€ 30.000 ging, en dat hij niet wist waarvan het geldbedrag afkomstig was maar dat hij ervan uitging dat het geld verband hield met de opbrengst van iets crimineels.