ECLI:NL:GHARL:2022:9897

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
P22-252
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige met antisociale en paranoïde persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 21 juli 2022. De rechtbank had de PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) van de jeugdige, geboren in 2001, verlengd met een termijn van twaalf maanden. Het hof heeft echter vastgesteld dat het behandel- en resocialisatietraject van de jeugdige nog niet helder is en dat er geen grote stappen kunnen worden gezet in de behandeling en resocialisatie. Het hof oordeelt dat het noodzakelijk is om eerder dan na twaalf maanden de stand van zaken te bezien.

De jeugdige is momenteel onder behandeling in een jeugdinrichting en heeft te maken met verschillende psychische stoornissen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van de jeugdige gehoord tijdens de zitting. De raadsman heeft verzocht om een kortere verlenging van de PIJ-maatregel, terwijl het openbaar ministerie heeft geconcludeerd tot bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank.

Uiteindelijk heeft het hof de beslissing van de rechtbank vernietigd en de PIJ-maatregel verlengd met een termijn van negen maanden. Het hof heeft daarbij opgemerkt dat de jeugdige nog niet klaar is voor een overgang naar een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel en dat er in de komende periode concrete stappen moeten worden gezet in het behandeltraject. De einddatum van de PIJ-maatregel is vastgesteld op 9 april 2023 voor de voorwaardelijke beëindiging en op 9 april 2024 voor de onvoorwaardelijke beëindiging.

Uitspraak

PIJ P22/252
Beslissing d.d. 17 november 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[jeugdige],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
verblijvende in [jeugdinrichting]
(hierna: [jeugdinrichting] ), verder te noemen de jeugdige.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 21 juli 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
(hierna: PIJ-maatregel)met een termijn van twaalf maanden.
Het hof heeft gelet op de stukken, waarop de rechtbank haar beslissing heeft gebaseerd en daarnaast onder meer op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de jeugdige van 27 juli 2022;
- de aanvullende informatie van [jeugdinrichting] van 21 oktober 2022.
Het hof heeft ter zitting van 3 november 2022 gehoord de advocaat-generaal
mr. R. Segerink en de jeugdige, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.
Het hof heeft ter zitting als deskundige gehoord:
- mevrouw [deskundige jeugdinrichting] , gedragswetenschapper en behandelcoördinator bij [jeugdinrichting] .

Overwegingen:

Het standpunt van de jeugdige
De raadsman heeft verzocht de PIJ-maatregel te verlengen met een kortere termijn dan twaalf maanden. Aan de formele vereisten om de PIJ-maatregel te verlengen is voldaan. Er moet worden toegewerkt naar een verantwoorde resocialisatie waarbij stappen naar buiten worden gezet. Het is belangrijk dat de jeugdige een duidelijk en bereikbaar perspectief behoudt. Daarnaast heeft de raadsman verzocht in de beslissing een overweging op te nemen waarin het hof aan [jeugdinrichting] meegeeft dat er in de komende periode concrete stappen moeten worden gezet in het traject en dat er maatregelen moeten worden getroffen die een soepele overgang naar de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel mogelijk maken. [jeugdinrichting] zal in het volgende verlengingsadvies dan ook moeten adviseren over de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Er is nog steeds sprake van een stoornis en een hoog recidiverisico. De jeugdige moet nog heel wat stappen zetten in zijn behandel- en resocialisatietraject. Hij is nog niet klaar om te starten met het scholings- en trainingsprogramma. [jeugdinrichting] is reeds aan het kijken naar een passende vervolgplek.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
De rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, heeft aan de jeugdige bij vonnis van
29 november 2018 de PIJ-maatregel opgelegd voor afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat dit een misdrijf is dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de aanvulling op het voorlopige verlengingsadvies van [jeugdinrichting] van 4 mei 2022 volgt dat bij de jeugdige sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. De stoornis in cannabisgebruik is inmiddels matig in een gereguleerde omgeving. Daarnaast is sprake van een lichte verstandelijke beperking. Uit het tiende perspectiefplan van 25 januari 2022 volgt dat het gevaar voor herhaling wordt ingeschat als hoog. Op alle domeinen worden nog risico’s gezien. Bij gebrek aan perspectief of het ervaren van uitzichtloosheid is het recidiverisico verhoogd. De voornaamste bescherming gaat uit van het huidige kader en de begeleiding die aan de jeugdige wordt geboden.
Verlenging
Het hof stelt voorop dat voor verlenging van de maatregel vereist is dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de verlenging van de maatregel eist, en verlenging van de PIJ-maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de jeugdige.
[jeugdinrichting] heeft geadviseerd tot het verlengen van de PIJ-maatregel met een termijn van twaalf maanden. Er is een plaats en een indicatie aangevraagd bij de Divisie Individuele Zaken van het ministerie van Justitie en Veiligheid respectievelijk de werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
(hierna: NIFP)voor een plaatsing binnen een forensisch kliniek voor volwassenen. Deze plaatsing zou plaatsvinden op basis van artikel 48 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Het NIFP zou moeten komen met een oordeel over welk beveiligingsniveau passend is en welke setting aansluit bij dit niveau en bij de problematiek van de jeugdige. Op de aanvraag van 12 juli 2022 heeft het NIFP echter nog niet geantwoord. In de laatste periode is de jeugdige gestart met schematherapie, gericht op zijn persoonlijkheidsproblematiek en daar bijkomende wantrouwende en manipulatieve kanten. Dit heeft veel tijd nodig. Deze periode is wisselend verlopen waarbij de jeugdige ter bescherming van zichzelf en ter bescherming van anderen tijdelijk elders heeft verbleven. De jeugdige komt binnen sociale dynamieken snel in de problemen waarbij hij een dreigende houding aanneemt naar anderen. De jeugdige heeft zich op 14 juli 2022 onttrokken tijdens verlof met twee begeleiders. Hij is op 22 juli 2022 aangehouden en teruggebracht naar [jeugdinrichting] . Tijdens zijn onttrekking heeft de jeugdige zowel hard- als softdrugs gebruikt.
Het hof stelt vast dat het door de jeugdige te doorlopen behandel- en resocialisatietraject nog niet helder is en dat het traject nog verder dient te worden vormgegeven. Een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel is op dit moment niet aan de orde. Tegelijkertijd suggereert het uitblijven van een indicatie van het NIFP dat het door de kliniek voorziene traject binnen een kliniek voor volwassenen niet of niet snel gerealiseerd kan worden. In de tussentijd kunnen er geen grote stappen worden gezet in de behandeling en resocialisatie van de jeugdige. Gelet hierop acht het hof het noodzakelijk dat op kortere termijn dan na twaalf maanden wordt bezien wat de stand van zaken is. Daarbij merkt het hof op dat op basis van de huidige informatie aan deze verlenging met een termijn van negen maanden niet de verwachting mag worden ontleend dat na verloop van die termijn de PIJ-maatregel (voorwaardelijk) zal worden beëindigd of slechts voor een beperkte termijn zal worden verlengd.
Einddatum
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, derde volzin, van het Wetboek van Strafvordering stelt het hof vast dat tenzij beslist wordt tot verdere verlenging, de PIJ-maatregel voorwaardelijk zal eindigen op 9 april 2023 en onvoorwaardelijk zal eindigen op 9 april 2024. Daarbij is het hof uitgegaan van een verlenging met negen maanden en een onttrekking aan de maatregel van acht dagen (artikel 6:2:22, tweede lid, aanhef en onder b., van het Wetboek van Strafvordering).

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van
21 juli 2022 met betrekking tot de jeugdige
[jeugdige];
Verlengt de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met een termijn van
negen maanden.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. W.A. Holland als raadsheren,
en dr. P.K.J. Ronhaar en drs. D.M.L. Versteijnen als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman als griffier,
en op 3 november 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.