ECLI:NL:GHARL:2022:9978

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
200.278.895
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in hoger beroep inzake bouwgeschil tussen Meso Verhuur- en Handelsonderneming B.V. en Bouw- en Montageservice B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2022 een tussenuitspraak gedaan in het hoger beroep van Meso Verhuur- en Handelsonderneming B.V. tegen Bouw- en Montageservice B.V. Het hof heeft eerder op 26 april 2022 een arrest gewezen waarin het de procedure tot dat moment heeft uiteengezet en heeft besloten dat er een deskundige benoemd moet worden om nadere informatie te verstrekken over specifieke punten die in dat arrest zijn genoemd. Meso heeft ingestemd met de vragen die het hof heeft voorgesteld, maar heeft ook twee aanvullende vragen ingediend. Het hof heeft de eerste extra vraag van Meso niet overgenomen, omdat deze niet onder de deskundigheid valt, maar heeft de tweede extra vraag wel overgenomen.

Bouw- en Montageservice B.V. heeft ook opmerkingen gemaakt over de vraagstelling en heeft een extra vraag voorgesteld, die het hof eveneens heeft overgenomen. Beide partijen zijn het eens over de benoeming van de deskundige en de kosten die aan het deskundigenonderzoek zijn verbonden. Het hof heeft de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen te Utrecht opdracht gegeven om een arbiter te benoemen die de vragen van het hof zal beantwoorden. De kosten van het onderzoek zijn gemaximeerd op € 5.000 exclusief btw, maar de deskundige heeft een hoger voorschot van € 9.982,50 gevraagd, wat Meso heeft betwist.

Het hof heeft uiteindelijk bepaald dat Meso het voorschot van de deskundige moet betalen en heeft de deskundige benoemd. De deskundige moet zijn rapport vóór 25 maart 2023 indienen en partijen moeten de deskundige de benodigde informatie verstrekken. De verdere beslissingen in de zaak worden aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.278.895
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem: NL18.8662)
arrest van 22 november 2022
in de zaak van
Meso Verhuur- en Handelsonderneming B.V.
die is gevestigd in Druten
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als verweerster op de vordering en eiseres van de tegenvordering
hierna Meso te noemen
vertegenwoordigd door mr. C.T. Klepper
tegen:
Bouw- en Montageservice [geïntimeerde] B.V.
die is gevestigd in [vestigingsplaats]
die bij de rechtbank optrad als eiseres van de vordering en verweerster op de tegenvordering
hierna [geïntimeerde] te noemen
vertegenwoordigd door mr. M.R. Vossen

1.De verdere procedure bij het hof

1.1.
Het hof heeft op 26 april 2022 een arrest gewezen waarin het verloop van de procedure bij het hof tot dan toe is vermeld. In dat arrest heeft het hof bepaald dat het nog geen einduitspraak kan doen, omdat het hof eerst een deskundige wil benoemen die nadere informatie moet geven over de punten 18, 20 sub a tot en met sub d, 21 sub d, 22 sub a tot en met sub c, 23 sub b, sub d en sub f en 24 sub a en sub b, zoals die zijn opgesomd in 7.2 en 7.3 van het arrest van 26 april 2022. Het hof heeft een aantal vragen voorgesteld in dat arrest en partijen hebben zich vervolgens in een akte uitgelaten over het voornemen van het hof om een deskundige te benoemen. In dit arrest zal de deskundige worden benoemd.

2.Het oordeel van het hof

2.1.
Meso heeft in haar akte aangegeven dat zij instemt met de vragen die het hof in 9.2 van het arrest van 26 april 2022 heeft voorgesteld. Meso stelt twee aanvullende vragen voor. De eerste extra vraag die Meso voorstelt gaat erover wie de hoogte van de pompput en de hoogte van vloer heeft bepaald. Het hof neemt deze vraag niet over, omdat voor het antwoord daarop niet de specifieke kennis van de deskundige is vereist. Wie de hoogte van de pompput en de vloer heeft bepaald is een kwestie van bewijs en niet van een deskundig oordeel. De tweede extra vraag die Meso voorstelt zal het hof overnemen als vraag 4.
2.2.
[geïntimeerde] kan zich ook in de vraagstelling van het hof vinden. [geïntimeerde] maakt daarbij wel een opmerking over het gebruik van de term ‘gebrek’. Het hof heeft in de (voorgestelde) vraagstelling aan de deskundige die term echter niet gebruikt, op een enkele uitzondering na, die het hof in dit arrest zal corrigeren. [geïntimeerde] heeft ook een extra vraag voorgesteld, die het hof zal overnemen bij vraag 1. De extra vraag van [geïntimeerde] sluit aan op de vragen die het hof in 8.29 van het arrest van 26 april 2022 reeds formuleerde ten aanzien van de begane grondvloer.
2.3.
Meso en [geïntimeerde] zijn het eens over de te benoemen deskundige en de aan het uit te brengen deskundigenrapport verbonden kosten. Partijen verzoeken het hof opdracht te verstrekken aan de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen te Utrecht tot benoeming van een door de Raad van Arbitrage te selecteren arbiter ter beantwoording van de door het hof te stellen vragen en bij de selectie van een geschikte arbiter rekening te houden met de uitgangspunten zoals die zijn opgenomen in 9.1 van het arrest van 26 april 2022. De te selecteren arbiter dient verder bij voorkeur over zowel praktijkervaring met als theoretische kennis van bouwprocessen te beschikken. De kosten van het uit te voeren onderzoek moeten volgens partijen in beginsel worden gemaximeerd op € 5.000 excl. btw.
2.4.
Omdat partijen het over de te benoemen deskundige eens zijn, zal het hof hun voorstel om een arbiter van de Raad van Arbitrage te benoemen, overnemen. Het hof kan de benoeming van de deskundige echter niet delegeren of mandateren aan de Raad van Arbitrage. Het hof moet zelf de deskundige benoemen. De Raad van Arbitrage heeft voorgesteld de hierna bij de beslissing vermelde deskundige te benoemen, welk voorstel het hof overneemt.
2.5.
De deskundige heeft verzocht om het voorschot te begroten op € 9.982,50.
Bij brief van 27 oktober 2022 heeft mr. Klepper namens Meso bericht dat Meso instemt met de persoon van de deskundige, maar bezwaar maakt tegen de hoogte van het voorschot. Meso verzoekt het hof aan de deskundige voor te stellen een voorschot van € 8.000 inclusief btw te hanteren, met een eindfactuur op basis van nacalculatie. Het hof passeert dit verzoek. Naar het oordeel van het hof is zowel het gehanteerde uurtarief voor de deskundige en de secretariële ondersteuning, als het aantal begrote uren redelijk. Daarbij merkt het hof nog op dat de deskundige in de kop van zijn begroting een hoger uurtarief voor de secretariële ondersteuning vermeldt dan in de daaronder opgenomen berekening van het voorschot. Mocht de deskundige uiteindelijk een lager bedrag declareren, dan wordt het te veel betaalde voorschot aan Meso terugbetaald.
2.6.
Het hof zal bepalen dat Meso het voorschot van de deskundige moet betalen zoals dat al is aangekondigd in 9.3 van het arrest van 26 april 2022.
2.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

Het hof:
De benoeming
Het hof benoemt tot deskundige:
[naam1] ,
p/a Raad van Arbitrage in bouwgeschillen,
Postbus 19290,
3501 DG Utrecht,
tel: 030-2343222,
info@raadvanarbitrage.nl,
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen over de volgende vragen:
Is naar uw mening op de punten zoals genoemd onder de nummers 18, 20 sub a tot en met sub d, 21 sub d, 22 sub a tot en met sub c, 23 sub b, sub d en sub f en 24 sub a en sub b in 7.2 en 7.3 van dit arrest sprake van ernstige gebreken in de uitvoering van de werkzaamheden die [geïntimeerde] tot 13 november 2017 aan de bedrijfshal van Meso aan de Heemstraweg 74 te Puiflijk heeft verricht? U dient bij de beantwoording van deze vraag uit te gaan van de door het hof gegeven definitie van ernstige gebreken, te weten gebreken die tot gevolg hebben dat het werk niet voldoet aan de overeenkomst of de eisen van goed en deugdelijk werk, die geen gebreken zijn die in het kader van een oplevering eenvoudig zouden kunnen worden hersteld. Voor de inhoud van de overeenkomst is bepalend wat het hof heeft beslist in 3.9 van het arrest van 26 april 2022. Dat betekent in het bijzonder dat de tekeningen van TOA-Bouwadvies van 14 juni 2017 geen onderdeel uitmaken van de tussen Meso en [geïntimeerde] gemaakte afspraken. Bij de beoordeling van punt 23, sub d, dient u te betrekken wat het hof heeft overwogen in 8.29 van het arrest van 26 april 2022 en de daarin vermelde nadere vragen. Bij de beoordeling van punt 23, sub f, dient u te betrekken de vraag of het risico op scheurvorming in de in het ontwerp van TOA-Bouwadvies opgenomen begane grondvloer wezenlijk anders is dan het risico op scheurvorming in de begane grondvloer zoals die is gerealiseerd. Indien mogelijk dient u aan te geven of de gebreken die u constateert ook na het staken van de werkzaamheden door [geïntimeerde] op 13 november 2017 kunnen zijn veroorzaakt en, zo ja, in welke mate u dat laatste waarschijnlijk acht.
Indien naar uw mening sprake is van ernstige gebreken in de uitvoering van de werkzaamheden die [geïntimeerde] tot 13 november 2017 aan de bedrijfshal van Meso aan de Heemstraweg 74 te Puiflijk heeft verricht, in de hiervoor vermelde betekenis, is herstel daarvan mogelijk en, zo ja, kunt u de kosten van herstel begroten?
Kunt u bij de beantwoording van vraag 1. en vraag 2. betrekken de rapporten van Dekra van 16 oktober 2020, inclusief het rapport van [naam2] van 13 oktober 2020, (productie 9 bij de memorie van grieven), de reactie daarop van [naam3] van 3 februari 2021 (productie 29 bij de memorie van antwoord), de notitie van [naam2] van 3 augustus 2021 (productie 12 bij de akte overlegging producties van Meso) en de notitie van [naam2] van 25 november 2021 van [naam2] (productie 13 bij de akte overlegging producties van Meso) en kunt u daarbij aangeven op welke punten u daarvan afwijkt en waarom u afwijkt?
Zijn er, afgezien van uw antwoorden op de vorige vragen, andere relevante feiten of omstandigheden die u in het kader van uw opdracht onder de aandacht van het hof wenst te brengen?
Het hof stelt het voorschot van de deskundige vast op € 8.250 exclusief btw (€ 9.982,50 inclusief btw).
Meso moet het voorschot betalen.
Aanwijzingen voor de deskundige
Pas als de griffier heeft laten weten dat het voorschot is betaald, hoeft de deskundige met het onderzoek te beginnen.
De deskundige moet schriftelijk antwoorden op de hiervoor geformuleerde vragen.
Bij de uitvoering van het onderzoek moet de deskundige de
Leidraad deskundige in civiele zakenvolgen die is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Als de deskundige vragen heeft, kan hij die stellen aan mr. W.C. Haasnoot als raadsheercommissaris.
Het ondertekende deskundigenbericht moet vóór 25 maart 2023 worden gestuurd aan de griffie van dit hof.
Aanwijzingen voor partijen
Het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal aan Meso een voorschotfactuur sturen van € 9.982,50 (inclusief btw). Dit voorschot moet binnen 4 weken na de datum op de factuur zijn betaald.
Meso moet aan de deskundige een kopie van het dossier sturen. De griffier stuurt de deskundige een kopie van dit arrest en het arrest van 26 april 2022.
Partijen moeten de deskundige de inlichtingen geven waarom deze vraagt.
Op dinsdag 25 april 2023 kan Meso op het deskundigenbericht reageren. Op dinsdag 23 mei 2023 mag [geïntimeerde] daarop reageren.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.C. Haasnoot, L.J. de Kerpel-van de Poel en S.M. Kingma, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de oudste raadsheer en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 november 2022.