ECLI:NL:GHARL:2023:10606

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
200.328.351/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling in het belang van het kind met vaststelling van duidelijke wisselmomenten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling van een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Overijssel van 13 maart 2023 aangevochten, waarin de zorgregeling voor de minderjarige was gewijzigd. De ouders hebben samen het gezag over de minderjarige, die in 2017 is geboren. De rechtbank had in een eerdere beschikking van 22 juli 2022 een zorgregeling vastgesteld waarbij de minderjarige om de week bij de moeder en de vader verbleef, met wisselmomenten die per jaar verschilden. De moeder verzocht het hof om de zorgregeling te wijzigen, zodat het wisselmoment altijd op vrijdagavond om 18.30 uur zou plaatsvinden, wat het hof uiteindelijk heeft besloten. Het hof oordeelde dat het wisselmoment per jaar niet in het belang van de minderjarige was en dat er behoefte was aan duidelijkheid en consistentie in de zorgregeling. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de zorgregeling aangepast, zodat de wisselmomenten nu vaststaan op vrijdagavond om 18.30 uur, zowel tijdens reguliere weken als in vakanties. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over belcontacten en het aankondigen van vakanties. Het hof heeft de ouders aangespoord om verantwoordelijk met elkaar om te gaan en geen gedetailleerde afspraken meer vast te leggen, gezien hun eerdere conflicten over de zorgregeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.328.351
(zaaknummer rechtbank Overijssel 218596)
beschikking van 14 december 2023
in de zaak van
[verzoekster],
die woont in [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. L. van Straten in Hengelo,
en
[verweerder],
die woont in [woonplaats1] ,
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. R.N. Sahebdien in Enschede.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 13 maart 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder te noemen: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift, binnengekomen op 12 juni 2023;
  • een journaalbericht van de moeder van 17 juni 2023 met producties;
  • het verweerschrift;
  • een journaalbericht van de moeder van 28 september 2023 met producties;
  • een journaalbericht van de moeder van 10 november 2023 met producties;
  • een journaalbericht van de vader van 15 november 2023 met productie.
2.2
Het hof heeft de werking van de bestreden beschikking geschorst in de beschikking van 24 oktober 2023.
2.3
De mondelinge behandeling in de hoofdzaak was op 21 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder met haar advocaat;
  • de vader met zijn advocaat.

3.De feiten

3.1
De moeder en de vader zijn de ouders van [de minderjarige] (roepnaam: [de minderjarige] ), die is geboren [in] 2017.
3.2
De ouders hebben samen het gezag over [de minderjarige] .
3.3
In de beschikking van 22 juli 2022 heeft de rechtbank de eerder vastgestelde zorgregeling gewijzigd en een nieuwe zorgregeling vastgesteld. Volgens die zorgregeling verblijft [de minderjarige] de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader, waarbij het wisselmoment op zaterdag om 12.00 uur is.

4.De omvang van het geschil

4.1
In de bestreden beschikking heeft de rechtbank de beschikking van 22 juli 2022 gewijzigd en aangevuld en daarbij de zorgregeling als volgt aangevuld:
  • [de minderjarige] verblijf de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader, waarbij het wisselmoment in de oneven jaren op vrijdagmiddag na schooltijd zal zijn en in de even jaren op zaterdag om 10.00 uur;
  • [de minderjarige] is op haar verjaardag in de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader, vanaf de dag ervoor om 18.00 uur tot de dag erna om 10.00 uur, tenzij het een schooldag is, in welk geval de ouder bij wie ze op dat moment verblijft haar naar school brengt;
  • op Koningsdag en Bevrijdingsdag verblijft [de minderjarige] bij de ouder bij wie zij op dat moment is volgens de meivakantieregeling;
  • tijdens de vakantie is er wekelijks belcontact tussen [de minderjarige] en de andere ouder op dinsdag om 17.00 uur, waarbij het initiatief om te bellen in de oneven jaren wordt genomen door de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment verblijft en in de even jaren door de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment niet verblijft;
  • wanneer er plannen zijn om op vakantie te gaan, dan wordt dit door de ene ouder ten minste tien weken en twee dagen van te voren kenbaar gemaakt aan de andere ouder en ouders dragen over en weer zorg voor een toestemmingsformulier voor het reizen met [de minderjarige] naar het buitenlanden, indien noodzakelijk;
  • op studiedagen draagt de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment verblijft zorg voor een passende oplossing;
  • in geval van medische zorg zal de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment verblijft de andere ouder uiterlijk zes uur na uitvoering van die zorg informeren.
4.2
De moeder komt met vijf grieven in hoger beroep. De moeder verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en die als volgt te wijzigen of aan te vullen;
  • [de minderjarige] verblijft de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader, waarbij het wisselmoment plaatsvindt op primair vrijdag om 18.30 uur, subsidiair zaterdag om 13.00 uur, wat vanaf heden ook geldt als wisselmoment tijdens de vakanties;
  • [de minderjarige] is op haar verjaardag in de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader vanaf de dag ervoor om 18.00 uur tot de dag erna om 10.00 uur, tenzij het een schooldag is, dan brengt de ouder bij wie zij op dat moment verblijft haar naar school;
  • op Koningsdag en Bevrijdingsdag verblijft [de minderjarige] bij de ouder bij wie zij op dat moment is volgens de meivakantieregeling;
  • op Moederdag is [de minderjarige] bij de moeder en op Vaderdag is [de minderjarige] bij de vader, op de dag ervoor vanaf 18.00 uur (avondeten bij de ouder bij wie ze vandaan komt) tot maandagochtend waarbij de ouder bij wie ze verblijft haar naar school brengt;
  • tijdens de zomervakantie is er wekelijks belcontact tussen [de minderjarige] en de andere ouder op woensdag om 17.00 uur, waarbij het initiatief om te bellen wordt genomen door de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment niet verblijft;
  • wanneer er plannen zijn om met [de minderjarige] op vakantie te gaan, dan wordt dit door de ouder die met [de minderjarige] op vakantie wil gaan zo spoedig mogelijk kenbaar gemaakt aan de andere ouder, waarbij ernaar wordt gestreefd de andere ouder ten minste vier weken van te voren hierover te informeren. Daarnaast stelt een ouder de andere ouder van tevoren op de hoogte van het adres waar [de minderjarige] verblijft, als [de minderjarige] niet op het woonadres van die ouder verblijft, zowel tijdens een vakantie als daarbuiten;
  • ouders dragen over en weer zorg voor een toestemmingsformulier voor het reizen met [de minderjarige] naar het buitenland, indien noodzakelijk;
  • op studiedagen draagt de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment verblijft zorg voor een passende oplossing;
  • in geval van medische zorg zal de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment verblijft de andere ouder uiterlijk zes uur na de uitvoering van die zorg informeren.
4.3
De vader voert verweer in hoger beroep. Hij vraagt het hof om de bestreden beschikking te bekrachtigen of een andere beslissing te nemen die het hof juist vindt en om de moeder te veroordelen in de kosten van de procedure bij de rechtbank en het hof.

5.De motivering van de beslissing

Wat staat in de wet?
5.1
De ouders hebben samen het gezag. De rechter kan op hun verzoek een eerdere beslissing over de zorgregeling wijzigen, als nadien de omstandigheden zijn veranderd (artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De rechter kijkt dan naar alle omstandigheden van het geval en neemt een beslissing die hij in het belang van het kind wenselijk vindt.
5.2
De ouders zijn het erover eens dat de omstandigheden zijn gewijzigd, zodat het hof de zorgregeling opnieuw kan beoordelen. Het hof ziet aanleiding om een andere beslissing te nemen dan de rechtbank.
Wat vindt het hof?
Wisselmoment
5.3
Het voornaamste geschilpunt tussen partijen is het wisselmoment in de reguliere zorgregeling. De rechtbank heeft beslist dat dit wisselmoment het ene (oneven) jaar op vrijdagmiddag na school is en het andere (even) jaar op zaterdag om 10.00 uur. Het hof is van oordeel dat dit verschil in wisselmoment niet in het belang van [de minderjarige] is. Het hof vindt het te onrustig en te onduidelijk voor [de minderjarige] dat het wisselmoment per jaar verschilt.
5.4
Het hof is daarom van oordeel dat er (zowel in de oneven als in de even jaren) één vast wisselmoment moet zijn. De moeder stelt dat een wisselmoment op vrijdagmiddag voor haar niet haalbaar is. De moeder moet op vrijdagmiddag werken en kan dan geen buitenschoolse opvang krijgen voor [de minderjarige] . De vader heeft geen grief gericht tegen het wisselmoment op zaterdag om 10.00 uur, hoewel dat op grond van de bestreden beschikking in 2024 aan de orde zou zijn. Desondanks stelt de vader thans dat hij niet op zaterdag wil wisselen, omdat hij dan mogelijk in de knel komt met het wisselmoment voor zijn andere dochter [naam1] en omdat hij de zaterdag wil gaan gebruiken om te werken of een dagje weg te gaan.
5.5
Het hof stelt, alles overziend, het wisselmoment vast op vrijdagavond om 18.30 uur. Het hof bepaalt daarbij dat [de minderjarige] altijd vóór het wisselmoment gegeten moet hebben. Aangezien de moeder niet wil wisselen op vrijdagmiddag en de vader niet op zaterdagochtend, blijft alleen de vrijdagavond over. Het hof is van oordeel dat geen van beide ouders een (valide) argument heeft aangevoerd waarom er niet op vrijdagavond om 18.30 gewisseld kan worden. Het hof volgt de vader niet in zijn standpunt dat 18.30 uur te laat is voor [de minderjarige] , omdat zij om 19.30 uur naar bed moet. Het hof is van oordeel dat een uur genoeg tijd is voor [de minderjarige] om te acclimatiseren voordat zij naar bed gaat, aangezien zij al voor de wissel gegeten heeft. Bovendien zal [de minderjarige] de komende jaren gezien haar leeftijd steeds iets later naar bed mogen gaan. Het hof houdt geen rekening met het argument van de vader dat geen van beide ouders dan een vrije vrijdagavond zal hebben. Het hof moet beslissen wat in het belang is van [de minderjarige] en daarvoor vindt het hof niet relevant of de ouders wel of geen vrije avond hebben. [de minderjarige] kan volgens deze regeling ook optimaal tijd doorbrengen met halfzusje [naam1] , die eens in de twee weken op zaterdag bij de vader is.
Andere wisselmomenten
5.6
Het hof is zoals al aangeven van oordeel dat de zorgregeling in het belang van [de minderjarige] zo duidelijk en overzichtelijk mogelijk moet zijn. Het hof bepaalt daarom dat ook de wisselmomenten in de vakanties voortaan plaatsvinden op vrijdag om 18.30 uur. Dit betekent dat de vakantieweken beginnen en eindigen op vrijdagavond om 18.30 uur. Ook de wisselmomenten op de dag voor [de minderjarige] verjaardag, de dag voor Moederdag en de dag voor Vaderdag zijn voortaan de avond van te voren om 18.30 uur tot de dag zelf om 18.30 uur. Steeds geldt dat [de minderjarige] voor de wissel gegeten moet hebben.
5.7
In de beschikking van 22 juli 2022 heeft de rechtbank ook wisselmomenten vastgesteld voor ‘losse’ feestdagen en andere bijzondere dagen, zoals Kerst, Pasen en verjaardagen van de ouders of halfbroertjes en -zusjes. De ouders hebben het hof in deze zaak niet gevraagd om daarover een andere beslissing te nemen dan die van de rechtbank. Voor die dagen blijft dus het bepaalde de beschikking van 22 juli 2022 gelden.
Belmoment tijdens de vakantie
5.8
De ouders hebben samen afgesproken dat [de minderjarige] tijdens de vakanties op woensdag om 17.00 uur een belmoment heeft met de andere ouder. De moeder verzoekt het hof om te bepalen dat [de minderjarige] alleen tijdens de zomervakantie met de andere ouder belt. De vader wil dat dit tijdens alle schoolvakanties geldt. Het hof is van oordeel dat het in het belang van [de minderjarige] is dat zij alleen tijdens de zomervakantie met de andere ouder belt, omdat [de minderjarige] alleen in de zomervakantie langer dan één week bij één ouder is. Het hof is van oordeel dat [de minderjarige] oud genoeg is om één van haar ouders een week niet te zien, zonder dat er een extra belmoment is. In de reguliere zorgregeling is zij immers ook altijd een hele week bij één ouder.
5.9
Het hof is daarnaast van oordeel dat het initiatief voor het belmoment altijd moet liggen bij de ouder bij wie [de minderjarige] verblijft. De andere ouder kan [de minderjarige] op afstand immers niet voorbereiden op het belmoment.
Vakanties aankondigen
5.1
Het hof bepaalt dat de ouders elkaar vier weken van te voren op de hoogte moeten stellen als zij met [de minderjarige] op vakantie willen gaan. Het hof ziet niet in waarom de andere ouder dat langer van te voren zou moeten weten. Het hof gaat niet mee in dat argument van de vader dat hij tien weken nodig heeft om een planning te maken en om informatie uit te wisselen over de vakantie. De ouders hebben immers een vaste vakantieregeling en weten dus van te voren in welke weken zij [de minderjarige] bij zich hebben. Het hof ziet ook niet in waarom het langer dan vier weken zou duren om reisinformatie uit te wisselen.
Overig
5.11
De moeder verzoekt het hof om afspraken vast te leggen over het toestemmingsformulier voor reizen naar het buitenland, het verblijf met [de minderjarige] op een ander adres dan het woonadres, studiedagen en medische zorg. Het hof wijst dit deel van het verzoek af. Het is het hof duidelijk geworden dat de ouders over alles met elkaar in discussie gaan en niet zelf tot oplossingen kunnen komen. Het hof vindt het daarom niet zinvol om dit soort gedetailleerde afspraken te blijven vastleggen. Het hof gaat ervan uit dat de ouders zich verantwoordelijk zullen gedragen tegenover elkaar en zullen voldoen aan de verplichtingen die zij als ouders hebben. Dat houdt op zijn minst in dat de ouders ervoor zorgen dat de benodigde toestemmingsformulieren worden uitgewisseld en dat de ouders elkaar vanzelfsprekend moeten informeren over medische zorg voor [de minderjarige] .
Conclusie
5.12
Het hof vernietigt de bestreden beschikking en oordeelt zoals omschreven onder ‘De beslissing’.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 13 maart 2023;
wijzigt de beschikking van 22 juli 2022 in die zin dat de daarin vastgelegde zorgregeling als volgt wordt aangevuld:
  • [de minderjarige] verblijft de ene week bij de moeder en de andere ouder, waarbij het wisselmoment op vrijdagavond om 18.30 uur is. [de minderjarige] moet voor de wissel gegeten hebben;
  • de vakantieweken beginnen en eindigen op vrijdagavond om 18.30 uur. [de minderjarige] moet voor de wissel gegeten hebben;
  • [de minderjarige] is op haar verjaardag in de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader vanaf de dag ervoor om 18.30 uur tot op haar verjaardag om 18.30 uur. [de minderjarige] moet voor de wissel gegeten hebben;
  • op Koningsdag en Bevrijdingsdag verblijft [de minderjarige] bij de ouder bij wie zij op dat moment is volgens de meivakantieregeling;
  • op Moederdag is [de minderjarige] bij de moeder en op Vaderdag is [de minderjarige] bij de vader, op de dag ervoor vanaf 18.30 uur tot op Moeder- of Vaderdag om 18.30 uur. [de minderjarige] moet voor de wissel gegeten hebben.
  • tijdens de zomervakantie is er wekelijks belcontact tussen [de minderjarige] en de andere ouder op woensdag om 17.00 uur. Het initiatief ligt bij de ouder bij wie [de minderjarige] op dat moment is.
  • als een ouder met [de minderjarige] op vakantie wil, laat die dat de andere ouder ten minste vier weken van te voren weten.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.B. Kamminga, I.G.M.T. Weijers-van der Marck en K. Mans, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier en is op 14 december 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.