Uitspraak
1.[geopposeerde1] ,
[geopposeerde1] ,
SolidNature,
[geopposeerden],
[opposant],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De achtergrond van het geschil en het bestreden arrest van het hof
3.Het verweer van [opposant] in de verzetprocedure
- Getuige [naam6] , die met [opposant] bij de Marechaussee heeft gewerkt, heeft verklaard [naam2] te hebben horen zeggen dat [geopposeerde1] en zijn bedrijf kapot moesten worden gemaakt, en dat [opposant] alles vertelde wat [naam2] ook vertelde. Volgens [naam6] waren zij een twee-eenheid en traden ze samen op als het ging om het verhaal met [geopposeerde1] . Hij spreekt in dat verband over een lastercampagne.
- Getuige [naam7] , een door [geopposeerde1] ingeschakelde bedrijfsrechercheur, heeft verklaard dat [opposant] bij hem in beeld is gekomen als iemand die achter de lasterlijke mails zou zitten. Hij is op enig moment bevestigd in zijn vermoeden dat het ging om een intensieve samenwerking tussen [naam2] en [opposant] en denkt dat [naam2] hem heeft gezegd dat deze voor zijn betrokkenheid bij de lastercampagne € 150.000,- aan [opposant] heeft betaald.
- Getuige [naam8] , die aan de lastercampagne heeft meegewerkt, spreekt over het stukmaken van bedrijven en doelt daarbij op de bedrijven van [geopposeerde1] . In de gesprekken hierover is volgens hem ook de naam [opposant] gevallen. Tijdens het interview met Quote begreep hij dat [opposant] een belangrijke rol speelde.
- Getuige [naam3] , die in 2016 als chauffeur voor [geopposeerde1] is begonnen, zegt zich eveneens niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat [opposant] bij de lastercampagne betrokken is geweest en onderbouwt dat met verwijzing naar afwijkend gedrag en door [opposant] vertelde leugens. Hij heeft het gevoel dat het niet anders kan dan dat [opposant] betrokken was.
- Getuige [naam9] , ondernemer, is door [opposant] benaderd om informatie te verstrekken over Solid Nature, waar hij een showroom voor had ingericht. Hij heeft een verkorte crediteurenlijst met [opposant] gedeeld. Het ‘grotere verhaal’ ging over Solid Nature en [geopposeerde1] . De indruk werd volgens deze getuige door [opposant] gewekt dat [geopposeerde1] en Solid Nature betrokken waren bij strafbare feiten, ook omdat het woord ‘inlichtingendienst’ viel. Er is gezegd dat de interesse van de inlichtingendienst er niet voor niets was. Een paar dagen later verscheen een artikel in Quote waarin Solid Nature zwart werd gemaakt.
- Getuige [naam10] , die voor Revealrox heeft gewerkt en [opposant] van voor die tijd kende, zegt het gevoel te hebben gekregen dat [opposant] met een absurd verhaal aan het stoken was, nadat [naam2] in dienst was getreden. Toen de GABME-berichtgeving kwam, legde hij direct de link met [opposant] en [naam2] . Zij waren bezig geweest met een proces om het bedrijf zwart te maken. Dit zou gaan om criminele activiteiten, waar [naam10] nooit iets van had gezien. In de laatste weken werd het opgevoerd en werd verteld dat de FIOD een inval zou gaan doen. Het werd allemaal heel geleidelijk gebracht. Het GABME-alert was in lijn met de waarschuwingen van [naam2] en [opposant] aan het adres van [naam10] .
- Getuige [naam11] , voormalig personal assistent van [geopposeerde1] , heeft verklaard dat [naam2] en [opposant] haar hebben aangegeven dat [naam2] voor een inlichtingendienst werkte en [geopposeerde1] onderzocht. [opposant] beaamde volgens deze getuige alles wat [naam2] zei. Achteraf bezien werd toen alles volgens haar gezegd om haar te programmeren, en om haar ervan te overtuigen mee te werken. [naam2] heeft haar verteld dat hij achter de GABME-campagne zat, en achteraf lijkt het haar sterk dat [opposant] er niet ook bij betrokken was.
- Getuige [naam12] , die als headhunter voor Solid Nature en Revealrox heeft gewerkt, zegt achteraf te hebben gehoord dat hij door [naam2] gebruikt werd om te infiltreren. [opposant] zegt hij nooit te hebben ontmoet, maar [naam2] vond het wel belangrijk dat hij met [opposant] sprak.
- Getuige [naam1] bestrijdt niet dat hij tegenover de FIOD heeft verklaard dat hij het idee had dat [opposant] achter de negatieve publiciteit tegen [geopposeerde1] zat. Hij zegt te vermoeden dat hij dat heeft verklaard omdat [opposant] ruzie heeft met [geopposeerde1] .