Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een ongeboren kind. De moeder, die zwanger was ten tijde van de mondelinge behandeling, had in eerste aanleg een verzoek tot uithuisplaatsing van haar ongeboren kind aangevochten. De kinderrechter had op 7 december 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende zekerheid was dat de moeder in staat zou zijn om de zorg voor de baby te dragen. Het hof benadrukte dat een baby kwetsbaar is en intensieve zorg vereist. De moeder had aangegeven niet open te staan voor opname in een moeder-kind-huis, wat het hof als een belangrijke factor beschouwde in de beslissing om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. Het hof vernietigde de beschikking van de kinderrechter voor zover deze betrekking had op de machtiging tot uithuisplaatsing vóór de geboorte van het kind, maar verleende wel een machtiging tot uithuisplaatsing vanaf het moment van de geboorte tot 7 maart 2024. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.