Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing
- Ontvangen van klanten
- Planning en verkoop;
- Schoonmaken grafstenen;
- Belettering van grafstenen;
- Boekhouding en contacten met het accountantskantoor;
- Van alles en nog wat.
“(…) Mevrouw heeft werkzaamheden in de B.V.’s verricht. (…) U vraagt mij of er met mij is gesproken over de werkzaamheden die de vrouw heeft verricht binnen de B.V. Dit is vast wel eens zou geweest. Dit is heel wat jaren geleden. Ik herinner me niks van deze gesprekken. Ik weet alleen wat mevrouw globaal deed. Zij was er altijd bij met de aangifte inkomstenbelasting en deed wat administratieve taken. Ik wist niet of zij nog meer werkzaamheden deed, omdat ik daar niet bij was. Bij administratieve taken had ik contact met haar.
mijn’) werknemers en mevrouw is geweest. Dit is zo. (…)
“(…) wanneer [verzoekster] administratieve taken deed. Dit was in de periode voordat mevrouw [naam2] in dienst kwam. Later heb ik nog wel contact met mevrouw [verzoekster] gehad in de periode van het [naam5] . In de periode van mevrouw [naam2] heb ik geen contact met mevrouw [verzoekster] gehad. Ik heb haar wel eens gesproken, maar dat was niet structureel. (…)”.
’mijn’)
salaris.(…) Ik had daar zelf geen inspraak in.(…)ook [naam1] gaf aan dat [verweerder] de hoogte van het salaris bepaalde. (…)