ECLI:NL:GHARL:2023:1162

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
200.317.784
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoeker in hoger beroep wegens ontbreken processtukken

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep. De vader, verzoeker in hoger beroep, is niet-ontvankelijk verklaard omdat hij heeft nagelaten een volledig procesdossier over te leggen. De procedure betreft een geschil tussen de vader en de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel (GI) over de zorg- en contactregeling voor hun minderjarige kind. De vader had in hoger beroep de vernietiging van de eerdere beschikking van de kinderrechter gevraagd, maar het hof oordeelde dat hij niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan om de benodigde processtukken aan te leveren. Het hof heeft de vader herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende stukken te overleggen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor kon het hof niet tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak komen. De ondertoezichtstelling van het kind was per 30 januari 2023 beëindigd, en de regeling die door de kinderrechter was vastgesteld, werd door het hof als een zorg- en contactregeling tussen de ouders behandeld. De beslissing van het hof is genomen in het belang van een goede procesorde, waarbij het ontbreken van essentiële stukken een goede beoordeling van de zaak in de weg stond.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.317.784
(zaaknummer rechtbank Overijssel 275365)
beschikking van 9 februari 2023
inzake
[verzoeker],
voorheen wonende te [woonplaats1] , thans te [woonplaats2] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. R.N. Sahebdien te Enschede,
en
de gecertificeerde instelling
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
gevestigd te Hengelo (O),
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de GI.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[de moeder],
wonende op een geheim adres,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. L. van Straten.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, (hierna: de kinderrechter) van 24 maart 2022 en 22 juli 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer. De laatstgenoemde beschikking wordt hierna ook aangeduid als: de bestreden beschikking.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 21 oktober 2022;
- het verweerschrift van de GI met productie;
- het journaalbericht van mr. Van Straten van 3 januari 2023;
- het e-mailbericht van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad) van 9 januari
2023;
- het e-mailbericht van de GI van 27 januari 2023.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 3 februari 2023 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
Namens zowel de raad als de GI is, met bericht van beide vooraf, niemand verschenen.
De GI heeft als reden aangegeven dat de ondertoezichtstelling per 30 januari 2023 is beëindigd.

3.De feiten

3.1
De vader en de moeder zijn de ouders van:
[de minderjarige] (hierna: [de minderjarige] ), geboren te [plaats1] [in] 2017, over wie zij gezamenlijk het gezag uitoefenen. De vader heeft [de minderjarige] erkend. De hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] is bij de moeder.
3.2
In de loop van de ondertoezichtstelling zijn door de kinderrechter op verzoek van de GI meerdere beslissingen, al dan niet voorlopig, genomen omtrent de zorg- en contactregeling tussen de vader en [de minderjarige] op de voet van artikel 1:265g lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW).
3.3
Als sluitstuk daarvan heeft de kinderrechter bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking op verzoek van de GI de volgende definitieve
zorg- en contactregeling vastgesteld:
- [de minderjarige] verblijft met ingang van 27 augustus om 12:00 uur tot 3 september 12:00 uur bij de
moeder en van 3 september 12:00 uur tot 10 september 12:00 uur bij de vader en vervolgens
om en om;
-Kerst oneven jaren: 24 december bij de moeder vanaf 16:00 uur tot 25 december 16:00 uur.
25 december 16:00 tot 27 december 12:00 bij de vader. Oud en nieuw oneven jaren
31 december 12:00 uur tot 1 januari 12:00 uur bij de moeder. 1 januari 12:00 uur tot 2 januari
12:00 uur bij de vader. Op de overige dagen in de kerstvakantie verblijf [de minderjarige] bij de ouder
bij wie zij volgens de reguliere regeling zou verblijven.
-Kerst even jaren: 24 december bij de vader vanaf 16:00 uur tot 25 december 16:00 uur.
25 december 16:00 tot 27 december 12:00 bij de moeder. Oud en nieuw even jaren:
3l december 12:00 uur tot 1 januari 12:00 uur bij de vader. 1 januari 12:00 uur tot 2 januari
12:00 uur bij de moeder. Op de overige dagen in de kerstvakantie verblijf [de minderjarige] bij de
ouder bij wie zij volgens de reguliere regeling zou verblijven.
-Voorjaarsvakantie: oneven jaar bij de moeder, even jaar bij de vader. Start van de vakantie
zaterdag 12:00 uur tot zaterdag 12:00 uur:
-Meivakantie: oneven jaar eerste week bij moeder, tweede week bij de vader. Wisselmoment
zaterdag 12:00 uur. Even jaar eerste week bij de vader, tweede week bij moeder
-Zomervakantie: Oneven jaar: eerste drie weken bij de moeder, laatste drie weken bij de
vader. Start vakantie 12:00 uur, wisselmoment zaterdag 12:00 uur. Even jaar: eerste drie
weken bij de vader, laatste drie weken bij moeder. Start vakantie 12:00 uur, wisselmoment
zaterdag 12:00 uur.
-Herfstvakantie: oneven jaar bij de vader, even jaar bij de moeder. Start van de vakantie
zaterdag 12:00 uur tot zaterdag 12:00 uur.
-Pasen: oneven jaar bij moeder. Even jaar bij vader. Start eerste Paasdag 12:00 uur tot
tweede Paasdag 18:00 uur;
-Pinksteren: even jaar bij vader, oneven jaar bij moeder. Start: eerste Pinksterdag 12:00 uur
tot tweede Pinksterdag 18:00 uur;
-Hemelvaartsdag: even jaar bij moeder, oneven jaar bij vader. Start 10:00 uur tot volgende
dag 10:00 uur;
-Bevrijdingsdag: even jaar bij moeder, oneven jaar bij vader. Start 10:00 uur tot volgende
dag 10:00 uur;
-Verjaardagen van de ouders: [de minderjarige] is op de verjaardagen van de ouder: vanaf de dag
ervoor 18:00 uur tot de dag erna 10:00 uur bij de ouders die jarig is.
-op Moederdag is zij bij moeder; op Vaderdag is [de minderjarige] bij vader;
-verjaardagen halfbroertjes/halfzusjes: [de minderjarige] is op de verjaardagen van halfbroertjes/zusje:
vanaf de dag ervoor 18:00 uur tot de dag erna 10:00 bij de ouder waarvan het kind jarig is;
-op feesten/special dagen van bijvoorbeeld school (buiten de thuissituaties om) en andere
activiteiten van [de minderjarige] zijn beide ouders welkom (bijvoorbeeld diplomazwemmen, musicals
oudergesprekken etc.);
-activiteiten waar [de minderjarige] in de toekomst aan gaat deelnemen: de ouder waar [de minderjarige] is, zorgt
dat zij daar aanwezig is;
-het vervoer voor de wisselingen zal als volgt worden vormgegeven: de ouder bij wie
[de minderjarige] op dat moment verblijft zorgt dat [de minderjarige] bij de andere ouder wordt gebracht;
-moeder draagt zorg dat [de minderjarige] wordt aangemeld bij het [naam1] voor zwemlessen en
organiseert ook de financiële afwikkeling. In de weken dat [de minderjarige] bij de vader is, zorgt hij
dat de zwemlessen gecontinueerd worden;
-de dag voordat [de minderjarige] naar de andere ouder gaat, draagt de ouder waar [de minderjarige] op dat
moment is zorg voor een schriftelijke overdracht per e-mail. Hierin wordt een beeld
geschetst van de week die [de minderjarige] bij die ouder gehad heeft. Uitzondering hierop is dat bij
medische zorg en bijzonderheden de andere ouder zo spoedig mogelijk op de hoogte wordt
gebracht;
-tijdens de vakantie is er wekelijks belcontact tussen [de minderjarige] en de andere ouder, op dinsdag
om 17:00 uur;
-wanneer er plannen zijn om op vakantie te gaan wordt dit twee maanden van te voren kenbaar
gemaakt aan de andere ouder en zorg gedragen voor een toestemmingsformulier voor het
reizen naar het buitenland indien noodzakelijk.
-wanneer beide ouders overeenstemming vinden kan er afgeweken worden van
bovengenoemde afspraken.
3.4
De ondertoezichtstelling is per 30 januari 2023 beëindigd. Ingevolge artikel 1:265g lid 3 BW geldt de door de kinderrechter vastgestelde regeling sindsdien als een regeling als bedoeld in artikel 1:253a, tweede lid onder a BW, derhalve een zorg- en contactregeling tussen de ouders. Het hof heeft het geschil in hoger beroep verder ook als zodanig behandeld.

4.De omvang van het geschil

4.1
In geschil is de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders betreffende [de minderjarige] .
4.2
De vader is in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Hij vraagt het hof die beschikking te vernietigen en de GI alsnog niet-ontvankelijk verklaren in haar inleidend verzoek en te bepalen dat de in de beschikking van 24 maart 2022 vastgestelde regeling wordt voortgezet en zowel de herfst- als voorjaarsvakantie bij helfte te verdelen, althans de beslissing te nemen die het hof juist acht.
4.3
De GI heeft verweer gevoerd. Zij vraagt het hof het verzoek van de vader in hoger beroep te verwerpen.
4.4
De moeder heeft verweer gevoerd. Zij vraagt het hof om de vader in zijn verzoek niet-ontvankelijk te verklaren dan wel dat verzoek af te wijzen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Het hof ziet met (de advocaat van) de moeder aanleiding de vader niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep omdat nagelaten is een volledig procesdossier over te leggen.
5.2
Uit artikel 34 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt dat de verzoeker in hoger beroep verplicht is aan het hof over te leggen:
een afschrift als bedoeld in artikel 231 onderscheidenlijk artikel 290 van het vonnis, het arrest of de beschikking waarbij de procedure is verwezen of waartegen het rechtsmiddel is aangewend en
afschriften van de overige op de procedure betrekking hebbende stukken.
5.3
Artikel 1.2.5 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven (verder: het Procesreglement) bepaalt dat, onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.5 van het Procesreglement, bij het beroepschrift alle stukken uit de eerste aanleg worden gevoegd, waaronder het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.
5.4
Artikel 1.2.6 van het Procesreglement bepaalt, voor zover hier van belang, dat indien het hof het beroepschrift niet in het vereiste aantal of niet compleet heeft ontvangen, aan verzoeker(s) in hoger beroep wordt medegedeeld dat de gelegenheid wordt geboden de stukken alsnog binnen een door het hof te bepalen termijn te completeren dan wel in voldoende aantallen aan het hof te doen toekomen. Indien completering of aanlevering in het vereiste aantal dan nog steeds achterwege blijft, dient het hof de ontvankelijkheid van het verzoek in hoger beroep te beoordelen.
5.5
Conform artikel 1.2.6 van het Procesreglement heeft het hof bij brieven van
24 oktober 2022, 8 november 2022 en 23 november 2022, de advocaat van de vader erop gewezen dat de bij het beroepschrift behorende stukken uit de eerste aanleg niet (geheel) compleet zijn en in de gelegenheid gesteld de ontbrekende stukken toe te zenden. De advocaat van de vader heeft, ook na een aantal door het hof verleende uitstelverzoeken en ook op de mondelinge behandeling van 3 februari 2023, nog steeds niet alle door het hof gevraagde stukken uit de eerste aanleg overgelegd. Het dossier is bij lange na niet compleet.
5.6
De vader heeft, hoewel het hof zijn advocaat daar bij herhaling om heeft verzocht en daarbij meerdere termijnen heeft geboden om dit verzuim te herstellen, nagelaten om de volgende processtukken uit de eerste aanleg over te leggen:
-het aan de rechtbank gezonden inleidende verzoekschrift van de GI van 23 december 2021;
-het e-mailbericht van mr. Van Straten van 12 januari 2022 met als bijlage een bericht van de moeder;
-de juiste tussenbeschikking van 24 maart 2022;
-het proces-verbaal van de zitting van 24 maart 2022;
-het proces-verbaal van de zitting van 4 juli 2022.
Omdat het voor een goede beoordeling en een adequate voorbereiding van de inhoudelijke behandeling noodzakelijk is dat het hof beschikt over deze ontbrekende stukken, is het hof van oordeel dat niet tot een afgewogen oordeel kan worden gekomen. De (advocaat van) de vader handelt daarmee zodanig in strijd met een goede procesorde dat het gerechtvaardigd is de vader in zijn verzoek in hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep
verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.B. Kamminga, S. Kuijpers en D.J.I. Kroezen, bijgestaan door G.E.M. Bours als griffier, bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door mr. Kuijpers en op 9 februari 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.