ECLI:NL:GHARL:2023:1566
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- J.U.M. van der Werff
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- H. Phaff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over de overname van de woning na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding met betrekking tot de overname van een woning na echtscheiding. De man en de vrouw, die eerder gehuwd waren, hebben een geschil over de verdeling van de ontbonden gemeenschap, waaronder de woning aan de [adres] te [woonplaats1]. De rechtbank Gelderland had op 1 april 2022 een beschikking gegeven over de wijze van verdeling, waarbij de man de gelegenheid kreeg om de woning over te nemen tegen de getaxeerde waarde van € 550.000. De man heeft de vrouw in kort geding gedagvaard om haar medewerking te vorderen voor de levering van de woning aan hem. De vrouw heeft in reconventie gevorderd dat de man zijn medewerking verleent aan de levering van de woning aan haar.
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 8 november 2022 de vrouw in de gelegenheid gesteld om de woning over te nemen en heeft bepaald dat zij binnen tien weken een offerte moet overleggen. Indien dit niet lukt, moet de man binnen vier weken een offerte overleggen. Beide partijen hebben echter geen spoedeisend belang aangetoond voor hun vorderingen in hoger beroep. Het hof heeft geoordeeld dat de geldigheidsduur van de hypotheekoffertes van beide partijen was verstreken en dat er geen voldoende spoedeisend belang was voor de gevraagde voorzieningen. Het hof heeft daarom het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de gevraagde voorzieningen geweigerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.