2.4In zijn rapport komt de deskundige tot de volgende beantwoording:
1. De intrinsieke waarde van de aandelen in [naam1] B.V. is op € 870.210 bepaald, rekening houdend met de correctie die voortvloeit uit het antwoord op vraag 2.
2. De waarde van de [naam2] -polis per 31 december 2018 bedraagt € 216.352. Als gevolg hiervan en met inachtneming van de berekeningen door de pensioendeskundige [naam3] moet de pensioenverplichting per 31 december 2018 worden gecorrigeerd (verhoogd) met een bedrag van € 294.416 naar een bedrag van € 983.767.
3. Het antwoord op de twee vorige vragen leidt, met inachtneming van een op te nemen belastinglatentie van (per saldo) € 56.708, tot een correctie (verhoging) van het eigen vermogen van [naam1] B.V. van € 749.426 naar een bedrag van € 870.210, waarbij de deskundige opmerkt dat dit een correctie betreft per 31 december 2018.
4. a. De deskundige heeft zich daarbij gerealiseerd dat de uitkomst van zijn berekeningen lager uitkomt dan wat beide partijen en hun deskundigen in eerste en in tweede instantie hebben aangevoerd. Ten opzichte van de standpunten van partijen wijkt de deskundige met name af op de volgende punten:
- de taxatiewaarde van het onroerend goed c.q. het niet meenemen van de transactiekosten (dit werkt verhogend op de intrinsieke waarde, vóór belastingen een effect van ongeveer € 97.000);
- de verwerking van indexering van de pensioentoezeggingen waardoor de verplichting hoger wordt (dit werkt verlagend op de intrinsieke waarde, vóór belastingen een effect van ongeveer € 256.000);
- de door de deskundige toegepaste herberekening van de latente belastingen met de nominale tarieven van 2018 (dit werkt verlagend op de waarderingen, verschil ten opzichte van de door partijdeskundigen gehanteerde latenties bedraagt ongeveer € 32.000).
b. in de jaarrekening 2019 van [naam1] B.V. (opgesteld door [naam4] Accountants) wordt uitgegaan van een ander beginvermogen per 31 december 2018 dan wat blijkt uit de jaarrekening 2018, eveneens opgesteld door [naam4] Accountants). Het verschil in Eigen Vermogen bedraagt € 376.104 en is in de jaarrekening 2019 toegelicht als “Correctie herziening waarderingsgrondslagen 01-01”. Deze jaarrekening zat tot nu toe niet bij de processtukken en de deskundige heeft vanwege de opdracht onder vraag 1 geen analyse gedaan van de verschillen. (Aanvullende opmerking: in de reactie van de man van 9 januari 2023 op de concept-rapportage wordt vermeld dat dit samenhangt met het feit dat de accountant van de man is overgegaan van commerciële naar fiscale waarderingsgrondslagen).
c. voorts bevat de door de deskundige ontvangen jaarrekening 2019 van [naam1] B.V. een afwijkend bedrag aan compensabele verliezen per 1 januari 2019 (€ 332.543) ten opzichte van wat in de jaarrekening 2018 is vermeld (€ 294.829). Deze jaarrekening zat tot nu toe niet bij de processtukken en door de deskundige is vanwege de opdracht onder vraag 1 geen analyse gedaan van de verschillen.