ECLI:NL:GHARL:2023:2026

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
8 maart 2023
Zaaknummer
200.321.209/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaren tegen eisvermeerdering in hoger beroep van gemeente Tynaarlo

In deze zaak heeft de gemeente Tynaarlo hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 15 december 2022 in kort geding is uitgesproken. De gemeente had bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering door de geïntimeerden, die zich hadden aangemeld voor een woonwagenstandplaats. De rolbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 maart 2023 verklaarde de bezwaren van de gemeente tegen de eiswijziging van de geïntimeerden deels gegrond. De geïntimeerden, die zich in september 2022 bij de gemeente hadden gemeld, voldeden mogelijk aan het afstammingsbeginsel, maar niet aan de andere criteria die de gemeente had gesteld voor de toewijzing van de standplaats. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de gemeente de inschrijving van de geïntimeerden in behandeling moest nemen en hen moest laten deelnemen aan de loting voor de standplaats. In het hoger beroep hebben de geïntimeerden hun vorderingen gewijzigd en onder andere gevorderd dat het hof de gemeente verbiedt om woonwagenstandplaatsen op te heffen zolang er behoefte aan is. De rolraadsheer oordeelde dat de uitbreiding van het partijdebat in strijd was met de eisen van een goede procesorde, waardoor de bezwaren van de gemeente tegen de eisvermeerdering gegrond werden verklaard. De overige bezwaren van de gemeente werden ongegrond verklaard, en er werd een datum voor een mondelinge behandeling vastgesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.321.209/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 10234199)
Rolbeschikking van 7 maart 2023
in de zaak van
de gemeente Tynaarlo,
die zetelt in Vries,
en die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde,
hierna:
de gemeente,
advocaat: mr. M. van Mourik,
tegen

1.[geïntimeerde1] ,

2.
[geïntimeerde2],
die wonen in [woonplaats1] ,
en die ook hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de kantonrechter optraden als eisers,
hierna:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. S.J.M. Jaasma.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
[geïntimeerden] hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen op 15 december 2022 in kort geding tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de spoedappeldagvaarding in hoger beroep van 5 januari 2023 met memorie van grieven en producties,
  • de brief van de gemeente van 16 januari 2023,
  • de memorie van antwoord in het principaal hoger beroep met memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep ook bevattende een wijziging van eis met producties,
  • de akte van 28 februari 2023 waarin de gemeente bezwaar maakt tegen de eiswijziging van [geïntimeerden]
1.2.
Vandaag wordt een rolbeschikking gegeven op het griffiedossier.

2.De beoordeling

2.1.
Het gaat in deze zaak in het kort om het volgende.
2.2.
[geïntimeerden] hebben zich in september 2022 bij de gemeente gemeld als belangstellenden voor een woonwagenstandplaats. De gemeente heeft toen aan [geïntimeerde1] laten weten dat een woonwagenstandplaats vrij zou komen aan de [adres1] 10 in [plaats1] . [geïntimeerden] hebben aan de gemeente laten weten hier interesse voor te hebben.
2.3.
Na een daartoe strekkend collegebesluit van 25 oktober 2022 heeft de gemeente een lotingsprocedure georganiseerd voor de toewijzing en verhuur van deze standplaats.
De gemeente heeft daarvoor de volgende vijf categorieën opgesteld, zoals (ook) blijkt uit het inschrijfformulier dat als volgt luidt:

Let op!U kunt zich alleen inschrijven voor de woonwagenstandplaats als u aan minimaal één van de onderstaande punten voldoet
  • U bent volwassen en eerstegraads familielid van bewoner(s) van de locatie de [adres1] 4 of 10 in [plaats1] .
  • U bent volwassen en tweedegraads familielid van bewoner(s) van de locatie de [adres1] 4 of 10 in [plaats1] .
  • U bent volwassen, maar geen familie zoals bij de eerste twee punten, maar voldoet wel aan het afstammingsbeginsel en u bent op dit moment bewoner van de gemeente Tynaarlo.
  • U bent volwassen en u heeft de afgelopen 10 jaar minimaal 6 jaar aaneengesloten gewoond op de [adres1] 4 of 10 in [plaats1] ;
  • U bent volwassen en u heeft de afgelopen 10 jaar minimaal 6 jaar aaneengesloten gewoond op een woonwagenlocatie elders in Nederland..
Onder afstammingsbeginsel wordt verstaan: U stamt in de eerste graad (ouders, kinderen) of tweede graad (boers, zussen, kleinkinderen, grootouders) af van woonwagenbewoners. De gemeente kan voorafgaand aan, tijdens of na afloop van de (eventuele) loting u vragen om een uittreksel bevolkingsregister met woongeschiedenis en geboorteakte om aan te tonen dat u voldoet aan het afstammingsbeginsel. Als blijkt dat de inschrijver niet of niet voldoende kan aantonen te voldoen aan de bovengenoemde punten dan wordt de inschrijving ongeldig verklaard en vervalt deze
2.4.
[geïntimeerden] hebben zich tijdig ingeschreven. [geïntimeerden] voldoen mogelijk aan het afstammingsbeginsel maar niet aan de andere door de gemeente gehanteerde criteria.
2.5.
In kort geding bij de kantonrechter hebben [geïntimeerden] ten eerste gevorderd om de gemeente te verbieden om de verhuur van standplaats op de [adres1] 10 in [plaats1] bij de op 15 december 2022 om 16.00 uur geplande loting toe te wijzen omdat deze onrechtmatig is ten opzichte van [geïntimeerden] Ten tweede hebben [geïntimeerden] bij de kantonrechter gevorderd de gemeente te gelasten om deze standplaats aan [geïntimeerde1] toe te kennen en te verhuren, met veroordeling van de gemeente in de proceskosten.
2.6.
In het vonnis van 15 december 2022 heeft de kantonrechter de gemeente gelast om de inschrijving van [geïntimeerden] in behandeling te nemen en mee te laten doen in de geplande loting. De kantonrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen en de proceskosten gecompenseerd. De kantonrechter heeft geoordeeld niet in te zien op welke grondslag de gemeente bindingseisen mag stellen in die zin dat zij bij de inschrijf-, loting- en toewijzingsprocedure mag eisen dat een inschrijver inwoner van de gemeente Tynaarlo is. De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat [geïntimeerden] als volwassenen aan het afstammingsbeginsel voldoen; dat zij langere tijd in een ‘gewoon’ huis hebben gewoond doet volgens de kantonrechter aan het afstammingsbeginsel niet af. Van belang is dat de intentie bestond om terug te keren naar het woonwagenleven
2.7.
In het door hen ingestelde hoger beroep (het incidenteel appel) hebben [geïntimeerden] hun vorderingen gewijzigd en aangevuld. Zij vorderen:
dat het hof de gemeente verbiedt nog woonwagenstandplaatsen op te heffen zolang er behoefte is aan deze standplaatsen.
dat het hof de gemeente gebiedt [geïntimeerden] toe te laten tot de loting voor de standplaats de [adres1] 10, welke loting onder toezicht van een onafhankelijke notaris plaats dient te vinden en wel binnen twee weken na de uitspraak in dit hoger beroep waarbij alleen de kandidaten die zich uiterlijk 14 december 2022 gemeld hebben mogen deelnemen.
subsidiair dat het hof de gemeente gelast de standplaats aan de [adres2] te [plaats2] aan [geïntimeerden] toe te wijzen.
2.8.
De gemeente heeft bezwaar gemaakt tegen deze vermeerderingen van eis. Dit bezwaar slaagt deels. Hoewel de eiswijziging tijdig is geschied, namelijk in de memorie van grieven (in het door [geïntimeerden] ingestelde hoger beroep), is de rolraadsheer van oordeel dat de verdediging van de gemeente door deze vermeerdering van eis onredelijk wordt bemoeilijkt. Dat wordt hierna uitgelegd.
2.9.
Bij de kantonrechter draaide het om het toewijzen en de verhuur van één specifieke woonwagenstandplaats aan de [adres1] 10 in [plaats1] en ging de discussie over de toelaatbaarheid van inschrijvingseisen van de gemeente bij de lotingsprocedure en over wel of niet gewekt vertrouwen. Dat staat niet in direct verband met het verbod tot opheffing van standplaatsen in de (gehele) gemeente zoals [geïntimeerden] in hoger beroep onder 1 vorderen. Daarbij stellen [geïntimeerden] het gehele gemeentelijke woonwagenbeleid ter discussie.
2.10.
Deze nieuwe vordering (waarbij het geschil veel breder wordt getrokken en [geïntimeerden] stellen dat de gemeente namens ‘talloze gegadigden’ onrechtmatig handelt) is een ontoelaatbare uitbreiding van het partijdebat. Hierdoor zal de procedure aanmerkelijk worden vertraagd. Mede gelet op de aard van deze procedure (een kort geding) en de huidige stand van de procedure (waarin alleen nog een memorie van antwoord in het door [geïntimeerden] ingestelde hoger beroep door de gemeente mag worden genomen) is de eiswijziging waar het de vordering onder 1 betreft in strijd met de eisen van een goede procesorde. De bezwaren van de gemeente tegen de eisvermeerdering van [geïntimeerden] waar het hun vordering onder 1 betreft, zullen dan ook gegrond worden verklaard.
2.11
De gewijzigde vorderingen onder 2 (wijze van loting voor [adres1] 10) en 3 (subsidiair toewijzing van een standplaats aan de [adres2] ) zien beide op de wens van [geïntimeerden] om een standplaats in [plaats1] toegewezen te krijgen en liggen in het verlengde van het bij de kantonrechter gevoerde debat. De rolraadsheer verwerpt de bezwaren tegen dat onderdeel van de eiswijziging als zodanig. De bezwaren van de gemeente tegen de toewijsbaarheid van die vorderingen komen bij de inhoudelijke behandeling van die vorderingen aan de orde en die dient de gemeente in haar memorie van antwoord in incidenteel appel te verwerken.
2.12
In deze procedure is met partijen al een datum voor een mondelinge behandeling bepaald. Deze zal plaatsvinden op de hierna aan te geven datum.

3.De beslissing

De rolraadsheer:
3.1.
verklaart de bezwaren van de gemeente tegen de eiswijziging van [geïntimeerden] waar het hun vordering onder 1 betreft gegrond;
3.2.
verklaart de overige bezwaren van de gemeente tegen de eiswijziging van [geïntimeerden] ongegrond;
3.3.
verwijst de zaak naar de rol van
14 maart 2023voor een memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep;
3.4.
bepaalt een mondelinge behandeling, waarbij partijen (in persoon of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en die tot het geven van inlichtingen in staat is en bevoegd is om een schikking aan te gaan) samen met hun advocaten zullen verschijnen voor de meervoudige kamer van het hof;
3.5.
bepaalt dat de mondelinge behandeling fysiek zal worden gehouden
op 24 maart 2023 te 10.00 uurin het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden, tenzij het hof alsnog beslist dat de zitting digitaal moet worden gehouden;
3.6.
bepaalt dat de advocaten bij de mondelinge behandeling ieder gedurende maximaal tien minuten, aan de hand van maximaal twee A4’tjes spreekaantekeningen, het standpunt van partijen mogen toelichten;
3.7.
bepaalt dat als een partij bij de mondelinge behandeling nog processtukken of andere stukken wil inbrengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij
uiterlijk drie dagenvoor de mondelinge behandeling een kopie van deze stukken hebben ontvangen;
3.8.
iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, rolraadsheer, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 7 maart 2023.