ECLI:NL:GHARL:2023:3088
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Broere
- Rechtspraak.nl
Verlaging van sanctiebedrag na tariefswijziging in verkeersboetezaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd door de officier van justitie, waarbij een sanctie van € 38,- was opgelegd voor het rijden van 6 km per uur te hard op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De gedraging vond plaats op 30 april 2021. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat er niet tijdig zekerheid was gesteld.
De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld en voerde aan dat er een draagkrachtverweer was gevoerd. Het hof oordeelde dat de kantonrechter niet had gehandeld in overeenstemming met de vereisten van het recht op toegang tot een onafhankelijke rechter, zoals gewaarborgd door artikel 6 van het EVRM. Het hof stelde vast dat de betrokkene inmiddels zekerheid had gesteld en dat de kantonrechter onvoldoende had onderbouwd waarom de zekerheid niet verlaagd kon worden.
Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond verklaard. Het hof heeft het sanctiebedrag verlaagd naar € 33,-, het bedrag dat per 1 maart 2022 voor deze gedraging gold. Tevens is de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.703,25. Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. M. Broere als griffier.