Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van het bewind van de rechthebbende, geboren in 1973 in Irak. De rechthebbende had eerder, op 30 juni 2022, verzocht om het bewind op te heffen, dat in 2016 was ingesteld vanwege zijn geestelijke of lichamelijke toestand. De kantonrechter in de rechtbank Gelderland had dit verzoek afgewezen in een beschikking van 13 september 2022, waarop de rechthebbende in hoger beroep ging met twee grieven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 maart 2023 heeft de rechthebbende zijn situatie toegelicht. Hij ervaart grote psychische druk door het bewind, dat hij als een belemmering ziet voor zijn leven. Hij heeft aangegeven dat hij geen perspectief heeft om zijn leven op te pakken, mede door de zorg voor zijn slechtziende broers. De bewindvoerder heeft echter betoogd dat de rechthebbende zijn financiën niet kan beheren en dat het bewind noodzakelijk blijft.
Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de voortzetting van het bewind meer nadelen dan voordelen oplevert voor de rechthebbende. Gezien de omstandigheden en de psychische druk die de rechthebbende ervaart, heeft het hof besloten het bewind op te heffen, met ingang van 1 mei 2023. De bewindvoerder is opgedragen om de eindrekening en -verantwoording voor die datum op te maken. De beschikking van de kantonrechter is vernietigd en het hof heeft opnieuw beslist dat het bewind wordt opgeheven.