Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift tevens verzoek tot schorsing van de werking van de bestreden beschikking met producties, ingekomen op 31 januari 2023;
- het verweerschrift in het verzoek tot schorsing met een productie;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep, tevens aanvullend verzoek, met producties;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
4.De omvang van het geschil
voorlopigezorgregeling wordt vastgesteld dat [de minderjarige] eenmaal per week gedurende twee uur bij de vader verblijft, onder begeleiding van een Omgangshuis. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de moeder tot schorsing van de zorgregeling afgewezen. Tot slot heeft de rechtbank de raad verzocht onderzoek te doen naar en te adviseren over de volgende vragen:
- welke mogelijkheden zijn er voor een zorgregeling van [de minderjarige] met de vader?
- zijn er omstandigheden die een zorgregeling belemmeren? Zo ja, welke komen vanuit [de minderjarige] en welke vanuit de ouder(s)? Hoe en op welke termijn zijn deze omstandigheden op te heffen?
- Hoe zou een zorgregeling (vorm en frequentie) er in het belang van [de minderjarige] uit moeten zien?
- In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in voornoemde vragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de te nemen beslissing?
- de werking van de bestreden beschikking te schorsen; en
- die beschikking te vernietigen, voor zover daarin het verzoek van de moeder om schorsing van de zorgregeling te gelasten is afgewezen en een voorlopige zorgregeling is vastgesteld en, opnieuw beschikkende, de zorgregeling tussen [de minderjarige] en de vader op te schorten dan wel de vader het recht op omgang met [de minderjarige] te ontzeggen totdat er onderzoek is gedaan door de raad en de raad advies heeft gegeven aan de rechtbank of, en zo ja, onder welke voorwaarden een toekomstige zorgregeling tussen [de minderjarige] en de vader zou kunnen plaatsvinden;
- kosten rechtens.
- primair: te bepalen dat de oorspronkelijke zorgregeling onmiddellijk wordt hervat;
- subsidiair: een (onbegeleide) zorgregeling vast te stellen als het hof juist acht.
5.De motivering van de beslissing
voorlopigezorgregeling in afwachting van het raadsonderzoek. Dat betekent dat de onderhavige procedure in hoger beroep slechts een beperkte reikwijdte heeft. In deze zaak ligt de vraag op tafel of en zo ja, in welke vorm, contact kan plaatsvinden tussen [de minderjarige] en haar vader, tegen de achtergrond van een belangrijke maar nog lastig te beoordelen kwestie: namelijk de vraag of [de minderjarige] slachtoffer is van seksueel misbruik door de vader. De moeder is daarvan overtuigd, maar de vader weerspreekt dit met klem. Het strafrechtelijk onderzoek loopt nog, evenals het raadsonderzoek dat door de rechtbank is verzocht. [de minderjarige] vertoont, zoveel staat wel vast, (zeer) zorgelijke spanning en bijbehorend gedrag, waarvoor hulpverlening is ingezet.
6.De beslissing
voorlopigezorgregeling, en in zoverre opnieuw beschikkende: