Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- bepaald dat de man tegenover de vrouw gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking het voortgezet gebruik van de woning aan de [adres1] in [woonplaats1] heeft;
- de wijze van verdeling van de ontbonden gemeenschap van goederen van partijen gelast zoals is overwogen in rechtsoverwegingen 3.94 tot en met 3.98;
- de proceskosten gecompenseerd;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
nietvoor herstel vatbaar inkomensverlies, inhoudende dat het resultaat niet mag zijn dat het totale inkomen zakt beneden 95% van de toepasselijke bijstandsnorm. [5]
6.De slotsom
7.De beslissing
binnen vier wekenna deze beschikking moet worden getaxeerd op de volgende wijze:
- [naam1] Makelaars taxeert de woning, waarbij de taxatiewaarde tot uitgangspunt wordt genomen;
- deze taxatiewaarde is bindend voor partijen;
- partijen betalen ieder de helft van de kosten van [naam1] Makelaars;
binnen drie maandenna het taxatierapport de vrouw te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypothecaire geldlening en waarbij de man aan de vrouw moet betalen:
- een/zesde deel van het verschil tussen de taxatiewaarde en de hypothecaire geldlening, na aftrek van de kosten die verband houden met de toedeling aan de man;
- indien sprake is van een onderwaarde geldt dat partijen ieder voor een/zesde deel draagplichtig zijn;
binnen vier wekenna deze beschikking moet worden getaxeerd op de volgende wijze:
- [naam1] Makelaars taxeert de woning, waarbij de taxatiewaarde tot uitgangspunt wordt genomen;
- deze taxatiewaarde is bindend voor partijen;
- partijen betalen ieder de helft van de kosten van [naam1] Makelaars;
- bepaalt dat de man na verloop van de termijn van vier weken een dwangsom verbeurt van € 500,- voor iedere dag dat de taxatie buiten de gestelde termijn plaatsvindt tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;
binnen drie maandenna het taxatierapport de op de woning rustende hypothecaire geldlening over te nemen, de vrouw te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van deze hypothecaire geldlening en de geldlening bij de ouders van de man en waarbij de man aan de vrouw moet betalen:
- de helft van het verschil tussen de taxatiewaarde aan de ene kant en de hypothecaire geldlening bij [naam3] en de geldlening bij de ouders van de man van € 52.088,86 aan de andere kant, na aftrek van de kosten die verband houden met de toedeling aan de man;
- indien sprake is van een onderwaarde geldt dat partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn;
- met ingang van 4 maart 2022 € 223,- bruto per maand en
- met ingang van 1 januari 2023 € 230,58 bruto per maand,