In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2022. De moeder, die alleen belast is met het gezag, heeft in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland aangevochten, waarin de minderjarige onder toezicht was gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder stelt dat zij nu stabiel is en in staat om voor de minderjarige te zorgen, terwijl de raad voor de kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI) van mening zijn dat de zorgen over de opvoedcapaciteiten van de moeder blijven bestaan. De moeder heeft in het verleden psychische problemen gehad, maar stelt dat deze nu zijn opgelost. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de raad zorgvuldig afgewogen. Het hof concludeert dat de wettelijke vereisten voor de machtiging tot uithuisplaatsing zijn voldaan, gezien de jonge leeftijd van de minderjarige en de afhankelijkheid van de verzorging door de opvoeder. De moeder en de vader hebben niet adequaat samengewerkt met de GI, wat essentieel is voor de beoordeling van hun opvoedcapaciteiten. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de kinderrechter, waarbij de uithuisplaatsing van de minderjarige is gehandhaafd.