Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
Daarnaast verzoekt de vader het hof een vakantieregeling vast te stellen waarbij [de minderjarige] in de zomervakanties drie aaneengesloten weken bij de vader en drie aaneengesloten weken bij de moeder verblijft en in de kerstvakantie één aaneengesloten week bij de moeder en één aaneengesloten week bij de vader. Ook hier stelt de vader een opbouwregeling voor. De vader verzoekt het hof ten slotte de te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5.De motivering van de beslissing
Deze situatie staat, hoe zorgelijk ook, een uitbreiding van de zorgregeling naar het oordeel van het hof niet in de weg.
Een voordeel van de door de vader voorgestelde ‘co-ouderschapsregeling’ is dat de overdrachtsmomenten voornamelijk via school verlopen, met als gevolg dat het contact tussen de ouders tot een minimum wordt beperkt.
Aangezien de huidige zorgregeling daarmee maar in beperkte mate wordt uitgebreid, zal het hof geen opbouwregeling vastleggen.