In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de leges die zijn opgelegd voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. De heffingsambtenaar had belanghebbende een aanslag leges van € 7.096,05 opgelegd, welke door belanghebbende werd betwist. Belanghebbende stelde dat er geen sprake was van een formele aanvraag, maar slechts van een verzoek om een quickscan. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging.
Het Hof heeft vastgesteld dat de gemeente op basis van het ingediende formulier van 31 mei 2018 terecht heeft aangenomen dat er een aanvraag voor een omgevingsvergunning was ingediend. Belanghebbende had de gelegenheid gekregen om ontbrekende gegevens aan te leveren en had zelf ook actief bijgedragen aan het proces door informatie te verstrekken. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar terecht leges in rekening had gebracht, omdat belanghebbende de aanvrager was van de dienst. Het Hof verwierp ook het argument van belanghebbende dat de leges te hoog waren, aangezien deze waren vastgesteld volgens de geldende Legesverordening.
De uitspraak van het Hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Belanghebbende heeft geen recht op schadevergoeding, omdat de aanslag leges niet onrechtmatig is gebleken. Het Hof heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.