ECLI:NL:GHARL:2023:6610

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
Wahv 200.320.741/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Schuijlenburg
  • A. Landstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake parkeerboete voor defecte laadpaal en gebruik van laadplaats

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen een sanctie van € 100,- die hem was opgelegd voor het parkeren op een laadplaats voor elektrische voertuigen, terwijl zijn voertuig niet daadwerkelijk werd opgeladen. De gedraging vond plaats op 10 mei 2021 op de Saxen-Weimarlaan in Amsterdam. De betrokkene stelde dat hij zijn voertuig had geparkeerd met de intentie om op te laden, maar dat de laadpaal defect was, waardoor hij niet kon opladen. Hij had dit defect telefonisch gemeld bij de exploitant, maar had geen bewijs van deze melding.

Het hof oordeelde dat, volgens eerdere jurisprudentie, er geen sprake is van parkeren met het doel om op te laden als het voertuig niet daadwerkelijk is aangesloten. Het hof concludeerde dat de betrokkene zijn voertuig op de laadplaats had geparkeerd zonder het daadwerkelijk op te laden, wat in strijd was met de regels. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene terecht ongegrond verklaard, en het hof bevestigde deze beslissing. De gevolgen van de keuze van de betrokkene om zijn voertuig op deze plaats te parkeren, ondanks het defect van de laadpaal, kwamen voor zijn rekening.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.320.741/01
CJIB-nummer
: 241271865
Uitspraak d.d.
: 2 augustus 2023
Arrestop het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 27 oktober 2022, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het verloop van de procedure

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 100,- voor: “parkeren op parkeergelegenheid met ander doel dan aangegeven wijze”. Deze gedraging zou zijn verricht op 10 mei 2021 om 14:29 uur op de Saxen-Weimarlaan in Amsterdam met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. De betrokkene voert aan dat hij op de betreffende plaats heeft geparkeerd met het doel de (batterij van de) auto te laden, maar dat niet kon doen omdat de laadpaal defect was. Hij heeft zijn elektrisch oplaadbare auto geparkeerd op een daarvoor bestemde laadplaats tegenover zijn huis in een gebied waarvoor hij een parkeervergunning heeft. Nadat hij merkte dat de laadpaal defect was, heeft hij dat telefonisch gemeld bij de eigenaar/exploitant. Hij heeft geen bewijs van deze telefonische melding, maar heeft eerder in de procedure wel een foto overgelegd van de betreffende laadpaal, waarop te zien is dat rondom de aansluiting rode lampjes branden. Toen de volgende dag bleek dat het defect nog niet gerepareerd was, heeft hij zijn auto weggehaald. Hij heeft dus niet gehandeld in strijd met de geldende voorschriften.
3. Het hof heeft (onder meer) in het arrest van 17 maart 2022, vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2022:2105, overwogen dat geen sprake is van parkeren met het doel "opladen elektrische voertuigen" wanneer het voertuig niet daadwerkelijk wordt opgeladen.
4. Het voertuig van de betrokkene stond op een parkeerplaats die was bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen terwijl het voertuig niet was aangesloten om op te laden. Daarmee staat vast dat de gedraging is verricht. Dat de betrokkene wel de bedoeling had om het voertuig op te laden maar dit niet kon doen omdat de laadpaal defect was, maakt niet dat de gedraging niet is verricht. De betrokkene heeft er voor gekozen om zijn voertuig op deze plaats te parkeren en hier geparkeerd te laten nadat hij ontdekt had dat de laadpaal defect was. De parkeerplaats werd daarmee gebruikt voor een ander dan het aangewezen doel. De gevolgen van deze keuze dienen voor rekening van de betrokkene te komen.
5. De kantonrechter heeft gelet op het voorgaande het beroep terecht ongegrond verklaard. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter derhalve bevestigen.

De beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Landstra als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.