In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij hij een taakstraf van 120 uren en een geldboete van € 10.000,- opgelegd kreeg. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en komt tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging. De verdachte is vrijgesproken van het impliciet primair tenlastegelegde, omdat niet wettig en overtuigend bewezen is dat hij wetenschap had van het aangetroffen kristallisatieafval bevattende MDMA. Echter, het hof acht de subsidiaire variant van het tenlastegelegde wel bewezen, waarbij de verdachte samen met een ander ongeveer 60 liter kristallisatieafval met MDMA aanwezig heeft gehad. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 5.000,- en 60 dagen hechtenis, met een voorwaardelijke hechtenis van 1 maand en een proeftijd van 2 jaren. Het hof houdt rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, wat heeft geleid tot een lagere geldboete dan oorspronkelijk geëist. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het hof, waarbij de relevante wettelijke voorschriften zijn toegepast.