Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2024, gaat het om een spoedappel over een zorgregeling tussen een vader en zijn kinderen na de beëindiging van de relatie met de moeder. De vader heeft in eerste aanleg een vordering ingediend om de kinderen van donderdagochtend tot maandagochtend bij hem te laten verblijven, wat door de voorzieningenrechter is afgewezen. De moeder heeft de zorgregeling stopgezet na een incident op 6 augustus 2023, waarbij de vader onder invloed van alcohol met de kinderen werd aangetroffen. De rechtbank heeft de beslissing op de verzoeken van beide ouders aangehouden in afwachting van een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming.
In hoger beroep heeft het hof de voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de kinderen vanaf 21 februari 2024 bij de vader verblijven, met een dwangsom van € 500,- per dag voor de moeder indien zij niet aan de regeling voldoet. Het hof oordeelt dat het in het belang van de kinderen is om het contact met de vader te herstellen, ondanks de zorgen over de veiligheid en het welzijn van de kinderen. De moeder heeft haar incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het bestreden vonnis ingetrokken, waardoor het hof haar niet-ontvankelijk verklaart. De ouders hebben geen vertrouwen in elkaar, maar het hof concludeert dat de kinderen niet verder uit het leven van de vader gehouden kunnen worden, gezien de tijd die zij al zonder contact met hem hebben doorgebracht.